368 9 DECEMBER 1954 voor verlichting der trappenhuizen in flats ook verlaagd? Naar spre kers mening zou een zodanige verlaging aan de huurders, aan wie de kosten worden doorberekend, ten goede moeten komen. Het kan toch niet juist zijn, dat de huiseigenaren winst zouden maken op door de gemeente geleverde stroom. De heer KROON zegt, dat in het antwoord op het Centraal Rapport is opgemerkt, dat het niet mogelijk is uit de winst te reserveren ten behoeve van de onrendabele gebieden. Hij vraagt zich af hoe nu ge handeld moet worden wanneer tot uitbreiding der stroomlevering in onrendabele gebieden behoort te worden overgegaan. Er is wel gesteld, dat deze kosten direct ten laste der exploitatie geboekt zullen moeten worden, doch wordt dan niet het risico gelopen, dat Gedeputeerde Staten dit niet zuller accepteren, tenzij een baatbelasting wordt ge heven. Spreker verwijst naar een soortgelijke situatie, welke zich bij het Waterleidingbedrijf heeft voorgedaan. Spreker vindt de baatbe lasting wel een zeer onaangename vorm van belastingheffing. Indien er voor onrendabele gebieden zou zijn gereserveerd zou daarin een compensatie zijn te vinden wegens niet te heffen baatbelasting. Heb ben Burgemeester en Wethouders misschien nog andere mogelijkheden. De heer BRINKERHOF merkt op, dat het probleem der onrendabele gebieden deze raad niet onbekend is. Nog steeds zijn er in de onren dabele gebieden percelen niet op het electriciteitsnet aangesloten. Hij zou gaarne zien dat eens in andere gemeenten van gelijke grootte wordt geïnformeerd naar de daar toegepaste methode van stroom voorziening in de onrendabele gebieden. Het is spreker bekend dat verschillende gemeenten alle kosten voor eigen rekening nemen. De belanghebbenden behoeven niets extra te betalen. Spreker wijst op de onmogelijke toestanden op afgelegen boerderijen, waar men zich des nachts met een petroleumlampje moet behelpen. Dergelijke per celen liggen 2 a 300 meter van de hoofdkabel. Hij hoopt dat Burge meester en Wethouders eens in andere gemeenten willen informeren. De heer VERMEULEN wijst er op, dat eerst aan het einde van het dienstjaar van een eigenlijke reserve kan worden gesproken. Als de financiële positie niet toelaat, dat reserves worden gekweekt is zonder meer een begrotingspost op te nemen voor onrendabele gebieden. Wethouder MEIJS wil de heer Mendes antwoorden, dat men ten aanzien van de bedrijfswinsten in het algemeen een ander geluid kan horen. Men wenst lage tarieven en geen winst deze bedrijven zijn nutsbedrijven en zijn er niet om de gemeentekas te spekken. Naar sprekers mening moet men zoeken naar de gulden middenweg. Om verklaarbare redenen is de begroting in de laatste jaren op voorzich tige wijze samengesteld, dat wil zeggen een voorzichtige raming dei- ontvangsten en een wat ruimer raming der uitgaven. Op deze wijze zal men bereiken, hetgeen de heer Vermeulen bedoelt. Spreker maakt zich niet te veel zorgen over de laag geraamde winst; hij verwacht, dat het wel zal meevallen. Naar de tarieven voor de verlichting der trappenhuizen is geïnformeerd, doch het antwoord is nog niet ont vangen. De gestelde vraag zal alsnog worden beantwoord. De heer Kroon meent dat voor onrendabele gebieden een bedrag moet word n uitgetrokken. Spreker gelooft te moeten verwijzen naar wat in het antwoord op het Centraal Rapport is gezegd. De financiële toestand laat deze reserve niet toe, althans ze wordt niet geaccepteerd. Overi gens beschikt de gemeente nog over een reserve voor onrendabele ge bieden. In de begroting van de Leningsdienst is het bedrag dezer re-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 368