376 9 DECEMBER 1954 deze 2542 zoekenden. Om deze reden maak ik mij ongerust, dat wanneer Burgemeester en Wethouders gehoor geven aan deze stimulans het bouwvolume dat ons is toegewezen, voor het grootste deel in beslag zal worden genomen door de particuliere bouwondernemers, met het gevolg dat wij nog jaren zullen zuchten met een tekort aan eengezins woningen. Door de gunstige bepaling in de gemeentelijke hypotheekverlening, konden vele gezinnen en toekomstige gezinnen, met smalle beurzen aan het. begeerde eigenwoningbezit geholpen worden; zeker er waren daaronder gezinnen, die noodgedwongen hiertoe moesten overgaan doordat hun geen huisvesting kon worden verschaft. De winstmarge, die enkele bouwondernemers bedingen, gaat soms boven de norm van redelijkheid uit; de hypotheekcommissie weet hiervan mee te praten. Het toezicht op de te bouwen woningen laat in vele gevallen te wensen over. De reden? Het toezicht, dat de dienst Bouw- en Woning toezicht heeft te vervullen, strekt zich alleen uit tot het controleren van het constructiegedeelte en het beoordelen van de ingekomen teke ningen. Door dit beperkte toezicht kan men b.v. allerlei steenverbanden aantrefferi waaronder ook het z.g. wilde verband. In dit steenverband komt het er niet op aan hoe de stenen gelegd worden, indien de struc tuur maar goed is. Mijnheer de Voorzitter door zo te metselen zal de betrokken bouw ondernemer dé winstmarge opvoeren, maar het prachtige vak van metselaar in de grond boren. Zeker, de bouwer zal dit steenverband prefereren boven de van ouds bekende en prachtige steenverbindingen; wanneer er door een enkele opdrachtgever bemerking wordt gemaakt, dan wordt hun wijs gemaakt dat het mooi is en modern. Mijnheer de Voorzitter ik vind het diep treurig dat zulks mogelijk is. Nederland gaat de weg op zoals het in Duitsland en België geschiedt: bepleisterde buitenmuren. Ook de afwerking laat in vele gevallen zeer te wensen over en dan denk ik aan de woningen die volgens de Woningwet ge bouwd zijn. Ik weet zeer goed dat niet de gehele schuld op het ge meentelijk toezicht rust; het Ministerie van Wederopbouw is hier de hoofdschuldige; door de bestekken en de begrotingssom zo te bezuini gen is ook de gemeente gedwongen hier en daar een steek te laten vallen. Evenzo is het gesteld met de indeling van de woningen, de door dé huisvröuw zozeer gewenste kamer-suite is vervangen door de z.g. Engelsekamer, één kamer, die moeilijk warm te stoken is, althans met de „goedkope" brandstof van vandaag en waar de moeder, wanneer de kinderen van de vloer zijn, opnieuw aan het ruimen kan beginnen, in plaats van rustig te kunnen gaan zitten. Gelukkig kennen wij in onzegemeentewoningen ook nog een andere indeling van de woningen, waarbij er gezien de strenge voorschriften, van gemaakt is wat. er van te maken viel. De zolang verbeide en door de; P.v.d.A. gepropageerde gelegenheid voor de minderbedeelden om zich binnen het huis te kunnen reinigen, is tot stand gekomen, althans de ruimte is or voor beschikbaar gesteld, doch een van de voornaamste dingen, de warmwatervoorziening, ont breekt nog, mag nog niet in het bestek worden opgenomen, met het gevolg dat de ruimte hiervoor, de cel, voor andere doeleinden gebruikt wordt. Wel hebben Burgemeester en Wethouders getracht op minder dure wijze de mensen aan een warmwaterapparaat te helpen, doch de meerderheid in onze Raad meende dat de winst aan een paar installa teurs ten goede zou moeten komen. Mijnheer de Voorzitter, binnen afzienbare tijd zal onze stad een nieu we uitbreiding ondergaan, de plannen hiervoor hebben reeds ter visie gelegen, waarop een aantal bezwaren zijn ingediend; gisteren heeft de Raad met enkele wensen daarop, deze plannen goedgekeurd. Vele in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 376