380
9 DECEMBER 1954
dat de raad tussentijds enigszins op de hoogte is van het verloop
der credieten.
De VOORZITTER meent alleen te kunnen antwoorden, dat doctrinair
het antwoord ligt, zoals dit werd gegeven. Hij zal de raad gaarne ter-
wille zijn door deze op de hoogte te houden van de gang van zaken
bij belangrijke objecten.
Hoofdstuk II wordt hierna zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
De VOORZITTER stelt hoofdstuk III aan de orde.
De heer KAMPHUYS zegt, dat uit het antwoord op het Centraal
Rapport blijkt, dat er aan de veiligheid van het verkeer aandacht
wordt geschonken. De heer Toxopeus heeft bij de algemene beschou
wingen Rotterdam als voorbeeld genoemd. Spreker is het hiermee eens
en noemt in dit verband de verkeersborden.
De Rotterdamse Commissaris is zelfs uitgenodigd in de Verenigde
Staten kennis te komen nemen van de verkeersproblemen. Spreker
ontkomt niet aan de indruk, dat bij de Bredase politie een zekere weer
stand bestaat tegen nieuwigheden. Hij wil b.v. noemen de jeugdver-
keersbrigade en talenkennis van het personeel.
Voor het muziekcorps van de politie heeft hij alle respect. Dat bij
het uitrukken van dit corps de veiligheid niet in het bedrang komt,
stemt tot tevredenheid.
De heer MENDES merkt op, dat alle fractie-voorzitters hebben
gesproken over verkeer en verkeersveiligheid. Dit is wel een bewijs
voor de belangrijkheid van het onderwerp. Er is links en rechts ge
trokken aan de voorzitter als hoofd van de politie; enerzijds worden
scherpe controle en strenge straffen verlangd voor verkeersovertre-
ders aan de andere zijde wenst men soepel optreden en waarschu
wingen. Mr Quaedvlieg blijkt een tegenstander van groter streng
heid. Spreker vraagt hoe de Voorzitter hierover denkt. Uit de ge
publiceerde cijfers krijgt men de indruk, dat er in het afgelopen jaar
minder streng is opgetreden, want de verkeersintensiteit en het aantal
ongelukken zijn toegenomen, maar het aantal processen-verbaal is be
langrijk afgenomen. Hoe werkt het systeem der waarschuwingen? Dit
is spreker niet duidelijk. B.v. de heer X rijdt op het trottoir in het
Heuvelkwartier, enige dagen later zonder licht in de Belcrumpolder
en een week later verzuimd hij richting aan te geven op het Van
Coothplein. Hoe reageert de politie op deze reeks?
Zelfs de meest verwoede voorstander van het vrije spel der maat
schappelijke krachten zal moeten erkennen dat de overheid een zeer
belangrijke taak heeft in het verkeer. Het vrije spel der maatschap
pelijke krachten heeft ook hier volkomen gefaald. Tot de taak der
overheid op dit gebied behoort het verkeersonderwijs en de voorlich
ting. Spreker heeft de indruk, dat dit wel in orde is; de resultaten
zullen echter op de lange duur eerst blijken. De overheid heeft ook
nog een zeer grote taak op de straat; in de eerste plaats geldt hier
de surveillance. Er zijn wel verschillende manieren van surveilleren:
spreker ziet wel eens agenten, die tijdens de surveillance het oog strak
op het voorwiel gericht houden, zodat zij weinig zien van wat er
gebeurt. Dikwijls ziet hij ook, meestal jongere, agenten, die steeds
om zich heen zien, af en toe afstappen en op een hoek het verkeer
gadeslaan etc. Achter de ruggen der surveillerende agenten geschieden
de meeste verkeersovertredingen. Spreker heeft dikwijls geconstateerd,