386 9 DECEMBER 1954 De heer JONGBLOED heeft geen bezwaren tegen een prae-advies. De heer VERHAAK zegt, dat zowel de heer Rattink als de Wethouder gesproken hebben over het vervoer van zieken en gewonden. Uiteraard interesseert spreker zich voor deze kwestie. Misschien is het wenselijk dit in B.B.-verband te bezien. Daarom zal hij gaarne een uiteenzetting over de B.B. vernemen. De heer RATTINK verklaart zich accoord met het antwoord van de Wethouder. Mejuffrouw KOPPELAAR is voorstandster van goedkope baden in het badhuis; kan misschien in het begin van de week een dag kosteloos worden gebaad? De heer MINDERHOUD heeft geen aanslag willen doen op de smalle beurzen. Er zijn evenwel verschillende loonsverhogingen geweest. Spre ker wil nog wijzen op het aantal auto's dat Vrijdags en Zaterdags bij het badhuis wordt geparkeerd. De heer STUBENROUCH merkt op, dat er reeds goedkope tarieven in het begin van de week bestaan. De heer JONGBLOED vraagt of dit wel voldoende bekend is. De heer STUBENROUCH wil dit bezien en zonodig voor bekend making zorgen. Ondanks het geconstateerde aantal auto's heeft spreker de overtuiging dat voornamelijk de arbeiders van het badhuis gebruik maken. Het gewondenvervoer zal in groot verband moeten worden bezien. Het kosteloos verstrekken van baden gaat spreker te ver. Hierna wordt hoofdstuk IV der begroting zonder hoofdelijke stemming vastgé^teld. De VOORZITTER sclyorst hierna de vergadering tot 20.00 uur. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 386