388
9 DECEMBER 1954
teneinde de betrokkenen in de gelegenheid te stellen hun moeilijkhe
den naar voren te kunnen brengen.
Wethouder ROMSOM zegt dat Burgemeester en Wethouders van
oordeel zijn, dat de woningbouwverenigingen voorrang bij de bouw
van woningen moeten hebben boven de gemeente, indien zij de toe
wijzingen voor bewoning verstrekken in overleg en in overeenstem
ming met de richtlijnen die Burgemeester en Wethouders voor ver
schillende complexen hebben aangelegd. Voor de goede gang van zaken
wenst hij thans deze richtlijnen te bespreken. Er zijn daartoe een
drietal normen aangelegd nl. gezinnen die thuis behoren in een om
geving als hét Heuvelkwartier, in de nieuwe bomenwijk en de zwak
en a-socialen. De beoordeling van de gezinnen geschiedt door de
sociale werkster van het gemeentelijk Woningbedrijf. Is het uitge
brachte rapport twijfelachtig dan vindt nog een tweede beoordeling
plaats nl. door een sociale werkster van de dienst voor Sociale Zaken
en een sociale werkster van het Woningnoodbureau.
Van de 2542 ingeschreven woningzoekenden per 1 October 1954 is de
verdeling naar bovenaangehaalde categorieën als volgt: Heuvelkwar
tier 1294, Nieuwe bomenwijk 517, zwak-socialen en a-socialen 83; overi
gen, dus middenstand 263 en degenen, die in aanmerking wensen te
komen voor een voorkeurswoning 298. Het zwaartepunt ligt dus bij
de gezinnen van de categorie „nieuwe bomenwijk". Daarvoor hebben
Burgemeester en Wethouders geen woningen. Zij behoren niet thuis
in het Heuvelkwartier, doch ook niet in het Westeinde. De bouwver
enigingen geven deze gezinnen ook liever geen bereidverklaring voor
hun complexen. Spreker is van oordeel, dat voor deze mensen eenge
zinswoningen moeten worden gebouwd. Daarbij willen Burgemeester
en Wethouders voorkeur geven aan de woningbouwverenigingen, mits
zij de richtlijnen van dit college volgen.
Het soepeler toepassen van vordering van woonruimte is door de
heer Kroon gevraagd. Spreker wijst er echter op, dat bij het Woning
noodbureau jongelui, die wensen te trouwen, reeds 4 a 5 jaar staan
ingeschreven. En als men dan niet geneigd is vrijwillig inwoning te
nemen, dan moet men wel, om deze jongelui te helpen, overgaan tot
vorderen van de ruimte. De heer Kroon heeft 18 vorderingen in de
loop van een jaar een hoog aantal genoemd. Spreker is echter van
oordeel dat deze 18 vorderingen zijn geschied, omdat bij betrokkenen
totaal geen inzicht voor het woningnoodprobleem was geconstateerd.
Spreker zal nog eens met de Directeur van het Woningnoodbureau
deze kwestie doornemen, teneinde te bezien of er een mogelijkheid
is nog meer tot minnelijke schikkingen te komen.
De lof, die Mevrouw van Mierlo de Directeur van het Woningnood
bureau heeft toegezwaaid acht spreker zeer zeker op zijn plaats en
hij is van mening, dat deze directeur een zeer moeilijke taak heeft.
Spreker hoopt, dat de huidige Directeur nog enige jaren zich aan deze
moeilijke taak zal blijven wijden.
De heer RATTINK mérkt op, dat de bouwvereniging, waarvan hij
bestuurslid is, de candidaten met het woningnoodbureau bespreekt. De
bouwvereniging ként echter de indeling in categorieën, zoals die door
wethouder Romsom zijn besproken niet. Spreker wijst er op, dat de
onderhavige bouwvereniging bereid is alle categorieën op te nemen.
Wethouder ROMSOM geeft dit to'e.
De heer BRINKERttOF zegt, dat d'è cijfers, die Wethouder Romsom
genoemd heeft, de raadsleden, die gemèëhd hebben dé particuliere