390
9 DECEMBER 1954
vragen dezelfde zijn als gesteld in het Centraal Rapport. Hij meent
te kunnen verwijzen naar het antwoord op het Centraal Rapport. Mo
menteel zijn er moeilijkheden wegens gebrek aan materiaal en werk
krachten. Hij zegt toe zo spoedig mogelijk de besproken wegen en
bruggen te doen verbeteren.
De Suggestie van de heer Wezenbeek om een huisje nabij de Grote
Toren te doen inrichten voor damestoilet heeft de aandacht van de
spreker. Wanneer de gelegenheid zich voordoet zal zeer zeker tot aan
koop van een dergelijk pandje worden overgegaan.
Hierna wordt hoofdstuk VI zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De VOORZITTER stelt hoofdstuk VII aan de orde.
De heer KAMPHUYS vraagt naar aanleiding van het antwoord bij
volgnummer 328 op het Centraal Rapport of er thans geen gegadigden
zijn om het pand Catharinastraat 13 te kopen. Spreker meent dat er
destijds wel gegadigden waren.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders in onder
handeling zijn over het pand.
Hierna wordt hoofdstuk VII zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De VOORZITTER Stelt hoofdstuk VIII aan de orde.
De paragrafen 2, 4, 7, 7a, 9, 10, 12, 13, 14 en 15 geven geen aanleiding
tot opmerkingen.
Hoofdstuk VIII - 11.
De heer MINDERHOUD vraagt hoeveel door de ouders aan school
geld voor het kleuteronderwijs wordt bijgedragen.
Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat het schoolgeld voor Mon-
tessorie-onderwijs maximaal f 5,per kind per maand bedraagt. Dit
bedrag per kind wordt minder indien er meer kinderen uit een gezin
op school zijn. Het schoolgeld voor niet Montessori-kleuteronderwijs
i>s ongeveer f 3,— per maand per kind.
De heer VERMEULEN vraagt of er eisen van bekwaamheid voor
kleuterleidsters worden gesteld.
Wethouder STUBENROUCH zegt dat dit in een gemeentelijke ver
ordening is geregeld.
Hoofdstuk vm - 16.
De heer MENDES dankt op de eerste plaat de heer Quaedvlieg voor
de waarderende woorden aan het adres van het college van Rapporteurs,
bestaande uit de heren van Bijnen, Hulskramer en Cosijn.
In deze dank wil hij tevens de heer de Hingh betrekken die bij de
samenstelling van het rapport is behulpzaam geweest.
Terzake komende, zegt spreker, dat hij met enige schroom over cul
turele zaken wil spreken, omdat de fractievoorzitter van de Partij van
de Arbeid, de Wethouder een jaar gelegenheid heeft gegeven om nieu-