392
9 DECEMBER 1954
kan niet inzien waarom nog geen verslag van de Sportstichting is
verschenen. Hij ziet dit alsnog gaarne tegemoet.
Bij volgnummer 694 van de begroting zegt spreker, dat Burgemees
ter en Wethouders geen antwoord hebben gegeven op de gestelde
vraag over de verhouding van de sectie Jeugd van de Culturele Werk
gemeenschap tot de jeugdorganisaties. In het jaarverslag 1953 staat dat
deze verhouding niet zo goed is en spreker vraagt of deze thans ver
beterd is.
De heer KAMPHUYS mist bij de opsomming van de jeugdorganisa
ties in het antwoord op het Centraal Rapport bij volgnummer 694 de
A.J.C.
De heer KROON heeft bij de vele subsidies die op hoofdstuk VIII -
16 zijn uitgetrokken ook wederom een subsidie aan de Bredase Car
navals Vereniging aangetroffen. Hi] is van mening, dat dit subsidie
niet op hoofdstuk VIII van de begroting dient te worden geraamd,
omdat dit spel van zotternij en spotterij niets met cultuur uitstaande
heeft. Spreker acht het beneden de waardigheid van de gemeenteraad
dit subsidie beschikbaar te stellen.
Wethouder STUBENROUCH is de heer Mendes dankbaar, omdat hij
het spreker mogelijk heeft gemaakt enige zaken duidelijk te stellen.
Het subsidiebeleid in de culturele sector moet men zo' zien, dat dit de
belangstelling van de totale bevolking der gemeente voor de schone
kunst moet omvatten. De stelling dat men bepaalde voorwaarden moet
vaststellen voor de subsidiepolitiek is in deze bewegelijke sector niet
houdbaar. Men dient elk bepaald initiatief, dat tot uiting komt te toet
sen, en zonder dat men gebonden is aan bepaalde normen, een sub
sidie te verlenen, waarbij de nodige zuinigheid moet worden betracht.
Dat de gemeente, door het verlenen van niet alle subsidies door de
Culturele Werkgemeenschap op twee gedachten hinkt, is volgens het
inzicht van spreker niet helemaal waar. Hij brengt in herinnering,
dat hij als lid van de subsidiecommiasie ad hoe zich na lang beraad
heeft uitgesproken voor de wenselijkheid om alle subsidies in le aan
leg over het College van Burgemeester en Wethouders te laten lopen.
Later is hij gezwicht voor de gemeenteraad en heeft zich niet ver
zet om een subsidie aan de Culturele Werkgemeenschap te verstrek
ken, die op haar beurt deze subsidies beschikbaar stelt. Spreker is erg
blij, dat het zo gelopen is. Zowel amateurisme, als professionalisme
in de kunst komen in aanmerking voor subsidiëring. Het komt spreker
gepast voor dat dergelijke initiatieven in de gemeentebegroting tot
uitdrukking komen. Daarom komen er ieder jaar op deze paragraaf
verschillende subsidies voor. Anderzijds is er sprake van subsidies
voor eenmalige uitvoeringen en z.g. startsubsidies. Spreker acht het
van belang dat deze subsidies door de culturele werkgemeenschap
worden behandeld. Zouden ze een meer permanent karakter gaan aan
nemen, dan zouden ze de raad voorgelegd dienen te worden om ze op
hun werkelijke waarde te kunnen toetsen. Binnen het kader van de
Culturele Werkgemeenschap ligt, volgens spreker, niet alleen het sti
muleren van de vrije tijdsbesteding doch ook het aanmoedigen van
het amateurisme in de kunst.
De heer Mendes heeft de hoop uitgesproken, dat voor het schouw-
burgvraagstuk spoedig het zilveren tijdperk zal aanbreken. Spreker
hoopt, dat hierna een gouden tijdperk aanbreekt.
De vraag van de heer Minderhoud over de kosten van de muziek
tent in de Heuvelstraat is moeilijk te beantwoorden omdat dit een
technische post is. Ondanks dat van genoemde heer een soort „mea