A) I J 398 9 DECEMBER 1954 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststellen van de le begrotingswijziging 1955. De heer VAN BIJNEN dankt voor het op volgnummer 100 uitgetrok ken bedrag ad f 2.000,voor het geven van geschenken bij dienst- jubilea, aan personeel der gemeente, omdat deze post naar aanleiding van een bespreking reeds thans in de begroting is opgenomen. Zonder verdere beraadslaging wordt dit voorstel aangenomen. Vervolgens stelt de VOORZITTER de vaststelling' van de vergoedin gen ingevolge artikel 55 bis der l.o.-wet 1920 en artikel 34, 4e lid, juncto art. 32 van het besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 voor 1955 aan de orde. Hij deelt mede, dat in de cijfers in het ontwerp-besluit ex art. 55 der L.O.-wet 1920 hetwelk bij de begroting is gevoegd, als volgt dient te worden aangevuld: 3. het bedrag per leerling, bedoeld in art. 101, 3e lid der L.O.-wet 1920 te bepalen: voor het g.l.o. op 15765 f 30,91 f 1,administratiekosten f 31,91" enz. 510 Deze vergoedingen worden vastgesteld. De heer BRINKEROF zegt: Mijnheer de Voorzitter, in de regel hebben de dames het laatste woord. Maar dat gaat vanavond niet door, omdat geen van de drie dames gelukkig voor die dames die ouderdom hebben bereikt, om het gebruikelijke slotwoord te spreken. Mijnheer de Voorzitter, de grote kluif op de gemeentelijke dis, die wij de begroting noemen, zit weer in het lichaamsdeel bij al de andere kluiven. Het zal nog wel even duren vóór wij enig teken van vertering zullen bemerken. In de regel liggen zulke kluiven nogal zwaar op de maag en dan ligt het er ook dikwijls aan welke maag deze moet verwerken. Om in deze beeldspraak te blijven, Mijnheer de Voorzitter, kan ik gerust verklaren, dat het ons allen goed gesmaakt., heeft. Er was wel eens een enkel gerecht waarvoor een of meerderen van ons een andere schotel wenste, maar U als gastheer heeft het steeds zo smakelijk weten op te dienen, dat ook de minder begeerde schotel werd genuttigd. Mijnheer de Voorzitter, wij zeggen U dank voor de wijze, waarop u leiding wist te geven en wij betrekken tevens in die dank onze Wet houders, die het deze keer nu niet bepaald moeilijk is gemaakt, on danks de portefeuille van Openbare Werken onder U en de heer Meijs moest worden verdeeld. Wij allen hopen, en het is reeds meer dere malen geuit tijdens de behandeling van de begroting, dat onze Wethouder van Houten weer spoedig zijn taak gedeeltelijk zal kun nen hervatten en wij wensen hem een spoedig algeheel herstel toe. Moge de bede, die U steeds bij de opening van de vergadering uitspreekt, ook op ons werk, dat heden tot een einde is gebracht, in vervulling gaan." De VOORZITTER dankJ^V^or de woorden aan het College gericht, doch wil dit jaar zijnjwfag/dering uitspreken voor de wijze, waarop is gedebatteerd en ^zelfbeperking in de debatten, die de raadsleden zich hebben opgelegd. Hierop sluit yde voorzitter de vergadering. .De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 398