402 15 DECEMBER 1954 met het verzoek de bouwvereniging te vragen met de opmerkingen rekening te willen houden. Mej. t' SAS zegt dat zij met veel genoegen heeft kunnen constateren dat bij het onderhavige plan ook aandacht is geschonken aan een eigen woonruimte voor alleenstaanden. Zij maakt van deze gelegenheid graag gebruik om voor dit probleem, dat ook in de stad Breda aanwezig is, ofschoon het niet tot de grote problemen gerekend kan worden, begrip te vragen. Zij vestigt er de aandacht op dat ook de alleenstaande- en vooral de werkende alleenstaande vrouw behoefte heeft aan een eigen „home". Door de pers wordt de laatste tijd regelmatig hieraan aandacht ge schonken. De van overheidswege kortelings afgekomen premieregeling voor woningen voor alleenstaanden is niet bepaald ruim te noemen, doch ze is er dan toch. Daarom vraagt zij het college van B. en W. of de alleenstaande woningzoekenden, die thans in deze gemeente rech teloos zijn, binnen afzienbare tijd in de belangstelling van het college kunnen worden opgenomen en of ten aanzien van deze groep enig recht kan worden verkregen. Spreekster denkt hier aan het beschik baar stellen van een bescheiden percentage van het bouwvolume om te komen W practische kleine woongelegenheden tegen een redelijke huurprijs, b.v. in flatgebouwen of tussen de gezinswoningen. Zij vestigt er de aandacht op dat momenteel in Amsterdam een grootse enquête in dit opzicht wordt gehouden, gefinancierd door de gemeente. De heer WEZENBEEK wil aanhaken aan de opmerking van de heer Brinkerhof. In het 'bouwplan is de woonkamer op de le etage gepro jecteerd en de keuken beneden. Spreker merkt op dat bij een vorige gelegenheid een dergelijk bouwplan van de gemeente werd afgewezen. De heer BRINKERHOF merkt op dat hij ook deze opmerking bij zijn „wensen" heeft staan. Mej. KOPPELAAR is verheugd dat er van de 154 woningen 112 een gezinswoningen bij zijn. De aard van de Brabantse bevolking is nu eenmaal niet om in woonkazernes te leven. De VOORZITTER merkt op dat dit niet aan de orde is. Mej. KOPPELAAR zegt met vreugde geconstateerd te hebben dat de hoogste etages voor de alleenstaanden worden bestemd. Zij geeft te kennen dat zo min mogelijk jonge gezinnen op de bovenste etages moeten worden ondergebracht. Zij vraagt verder de plafonds geluid dempend te doen zijn. Gaarne zou zij over de huurprijs worden inge licht. Zij vraagt zich af of de huurprijs in verband met de aanwezige licht- en vuilniskokers wel draaglijk zal zijn. Deze woningen zullen mogelijk voor de arbeidersklasse wel onbereikbaar zijn. Wethouder ROMSOM zegt dat hij aandacht zal schenken aan het woonruimteprobleem voor alleenstaanden. In de eerstvolgende verga dering van B. en W. zal hij deze aangelegenheid aan de orde stellen. Ter oriëntatie zal hij een onderzoek doen instellen. Inderdaad zijn er vele alleenstaande dames die met woningproblemen te kampen heb ben. De kwestie of jonge gezinnen al of niet op de bovenste etages moeten worden ondergebracht is eveneens een probleem op zich. De oudere mensen op een hoge verdieping onderbrengen gaat ook zo maar niet. In overleg met de bouwvereniging wil hij trachten zoveel mogelijk aan de wensen tegemoet te komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 402