De heer QUADVLIEG kan moeilijk een oordeel vormen over het voorstel van burgemeester en Wethouders en de offerte van Van Mierlo en Zn. De handel wijze van Van Mierlo en Zn N.V. kan in de handel niet onfatsoenlijk ge noemd worden. Het is hem niet bekend of men in het bankleven dit wel on fatsoenlijk vindt. Spreker is van oordeel dat, alvorens de offerte van Van Mierlo en Zn wordt verworpen, vast moet staan dat de handelwijze vol gens de normen in het bankleven als onfatsoenlijk betiteld wordt. Ten slotte wijst spreker op artikel 6 van het ontwerp-ra_dsbesluit. In dit artikel worden de verjaringstermijnen genoemd. Hij wijst erop dat dit over bodig is omdat de termijnen reeds volgens het Burgerlijk recht zijn vast gelegd. De heer TOXOPEUS vraagt waarin het onfatsoenlijke zit van Van Mierlo en Zn. Hij veronderstelt dat hier gedoeld wordt op het doen van de offerte na de toezending van de raadsvoorstellen. Wellicht heeft Van Mierlo ech ter na lezing van het voorstel gezien,dat zij een voor de gemeente voor deliger aanbieding kon doen. In de handel'noemt men het niet onbehoorlijk om met een voordeliger aanbod te komen dan de concurrent. Spreker vraagt zich af of de gemeente in het algemeen gebruik moet maken van premie-obligatieleningen en of de gemeente fatsoenshalve gebruik kan maken van de door Van Mierlo en Zn N.V. aangeboden optie. Gaarne zou hij nog een nadere uiteenzetting horen over de besparing voor de gemeente van het bedrag van ƒ.74.000.waarover het voorstel van Van Mierlo en Zn spreekt. Hem lijken de vragen van de heer Jongbloed van belang en spreker wenst zich te laten leiden door de discussies. De heer BRINKERHOF vraagt of de gunstige bepalingen en de offerte van Van Mierlo en Zn N.V. ter kennis van de Amsterdamsche Bank zijn gebracht. Wethouder MEIJS zegt dat de lening wordt ingebracht in de Gemeentelijke Leningsdienst. De bezwaren van de heer Jongbloed tegen het onregelmatige aflossingsplan van de lening zijn hiermede ondervangen, omdat de lenings dienst jaarlijks slechts de werkelijke afschrijvingen op kapitaalsobjecten aan de algemene dienst der gemeente in rekening brengt. Indien de gemeente echter geen leningsschulden zou hebben, dan waren de bezwaren van de heer Jongbloed juist, omdat dan renteverlies zou ontstaan. Dit is echter theo rie. Hij sfreekt nogmaals als zijn mening uit dat de gemeenteraad van het jaar 2003 niet anders dan lof zal hebben voor zijn voorganger indien het voorstel wordt geaccepteerd. De opgenomen belasting-clausule in de voorwaarden is gebruikelijk en spreekt van voorzichtigheid van de banken. De clausule is ontstaan in de tijd van de couponbelasting. Hij meent de vraag of over de premiën in komstenbelasting moet worden betaald buiten discussie te moeten laten, omdat zo er inkomstenbelasting verschuldigd isdeze door de houder van de obligatie moet worden betaald. D De heer VERMEULEN antwoordt spreker, dat de Amsterdamsche Bank bij de on derhandelingen om geheimhouding had verzocht. Hij is ervan overtuigd dat indien bij andere banken een offerte was gevraagd, gelijkluidende voor waarden zouden zijn verkregen. De offerte is niet gevraagd aan andere banken omdat bleek dat de aanbieding van de Amsterdamsche Bank gelijk luidend is met door andere gemeente uitgegeven premie-obligatieleningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 407