Het thans ingekomen voorstel van Van Mierlo en Zn N.V. is echter duidelijk afgestemd op de aanbieding van de Amsterdamsche Eank. Het is een prestige kwestie voor Van Mierlo geworden en daarom is deze bankinstelling met een onderbieding gekomen. De gemeente heeft niet ten volle het leningsbedrag op 16 Maart a.s. nodig. Met renteverlies gedurende 4"j maand is echter rekening gehouden. Het bepaalde in artikel 9 van de geldlenings-overeenkomst rnet de gemeente Alkmaar behelst dat deze gemeente 2/7 gedeelte van de totale kosten en 2/7 gedeelte van de totale voordelen van de gehele lening zal betalen en ontvangen. De vermelding van de verjaringstermijn, acht spreker, ofschoon overbodig, toch billijk tegenover de geldgevers. Spreker is verheugd over de vraag van de heer Quadvlieg betreffende de usances in het bankleven. Er bestaat een vereniging voor de Effectenhandel voor Breda e.o. Van deze vereniging zijn zowel de Amsterdamsche Bank als Van Mierlo en Zn N.V. lid. In de statuten van de vereniging is bepaald dat de leden zich hebben te onthouden van concurrentie. Dit is een erecode. .-7 Dat dit ook zo door Van Mierlo wordt aangevoeld kan men afleiden uit het verzoek van een van de directeuren van deze N.V. om de offerte in een ge heime raadsvergadering te behandelen. De heer TOXOPEUS kan spreker antwoorden dat Van Mierlo en Zn N.V. de of ferte hebben gedaan nadat zij kennis hebben kunnen nemen van de aanbie ding van de Amsterdamsche Bank en dit acht spreker in strijd met het fat soen in het bankleven. Het voordeel van ƒ.74.000.- voor de gemeente komt tot uitdrukking in het verschil in rentepercentage tussen beide voorstel len n.l. 0.04$ Spreker deelt de heer Brinkerhof mede, dat de aanbieding van Van Mierlo en Zn N.V. niet ter kennis is gebracht van de Amsterdamsche Bank. De heer TOXOPEUS is van mening dat bij kennisgeving van de offerte van Van Mierlo en Zn N.V. aan de Amsterdamsche Bank door de gemeente zou zijn ge marchandeerd. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders dit niet konden doen omdat zij gebonden waren door de overeenkomst met de Amsterdamsche Bank. De gemeenteraad is echter vrij dit alsnog te doen. De heer JONGBLOED vraagt of Van Mierlo en Zn N.V. weten dat het college van Burgemeester en Wethouders gebonden is. Wethouder MEIJS merkt op, dat Van Mierlo en Zn N.V. gevaarlijk spelen en hij is er van overtuigd, dat indien deze aangelegenheid aan de openbaar heid zou worden prijs gegeven er een storm van verontwaardiging in de bankwereld zou opsteken. De heer QUADVLIEG zegt dat hethem uit het antwoord van de Wethouder nog niet duidelijk is geworden of de handeling van Van Mierlo en Zn N.V. on eerlijke concurrentie is. Tenslotte merkt hij op dat de verjaringstermijn niet kan worden gestuit. De heer Van GISBERGEN vraagt of beursnotering voor de lening wordt aange vraagd. De heer KRAMERS merkt op, dat Wethouder Meijs niet juist heeft geantwoord op de vraag van de heer Vermeulen betreffende de bepalingen in artikel 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 408