van de overeenkomst met de gemeente Alkmaar. Het komt spreker voor dat de Wethouder zich vergist heeft en artikel 10 van de overeenkomst heeft be sproken. De VOORZITTER merkt op dat de formulering van de artikelen 9 en 10 van de- ze overeenkomst nog nader bekeken zal worden. De heer JONGBLOED komt nogmaals terug op de 5f° obligatielening van 1859- In de gemeenterekeningen prijkt nog altijd de rente en aflossing van deze lening, ofschoon er geen kapitaalsobjecten meer tegenover staan. Hij blijft) dit onjuist vinden en is van mening dat ook thans nog de jaarlijkse af lossing ten laste van de rekening wordt gebracht en niet de afschrijving. Uit de woorden van de wethouder heeft hij hieromtrent geen zekerheid ge kregen en verzoekt met klem maatregelen te nemen dat in 200J, indien van deze lening - ƒ.6.000.000.moet worden afgelost, geen nieuwe gelden voor deze aflossing behoeven te worden opgenomen. Wethouder MEIJS antwoordt de heer Quadvlieg dat er in deze kwestie zeer zeker sprake is van oneerlijke concurrentie, omdat de offerte van Van Mierlo en Zn geheel is afgestemd op de aanbieding van de Amsterdarnsche Bank en omdat de offerte na de openbaarmaking van deze aanbieding is ge daan. Spreker deelt de heer Van Gisbergen mede dat beursnotering natuurlijk wordt aangevraagd. Op de vraag van de heer Jongbloed kan spreker mededelen, dat sinds het ontstaan van de Leningsdienst jaarlijks ten laste van de gemeentebegroting en rekening niet meer de aflossingen van de geldleningen komen, doch los daarvan de afschrijvingen op de kapitaalsobjecten. De heer BASTIAANSEN vraagt wat de directe aanleiding voor de onderhande lingen met de Amsterdarnsche Bank is geweest. Zocht de gemeente naar geld e: was er een aanbieding van Van Mierlo en Zn N.V. Wethouder MEIJS zegt dat de Amsterdarnsche Bank met het voorstel is geko men en dit voorstel is door ons college op zijn merites bekeken. De heer BASTIAANSEN merkt op, dat er toch wel enige behoefte aan geld bij de gemeente zal zijn geweest. Wethouder MEIJS zegt dat het geld niet direct nodig is. Er is bekeken wat de gemeente in het tijdsbestek van één jaar nodig zal hebben. Er zijn aan i diverse daarvoor in aanmerking komende instellingen offertes gevraagd. De aanbieding van de Amsterdarnsche Bank is verreweg het goedkoopste ge bleken. De heer KL0MPERS vraagt of de condities voor toewijzing bij deze lening gelijk zijn aan die van de gemeente Enschedé, omdat bij aanvraging van beursnotering de gewone burger geen kans krijgt enige obligaties te kopen. Bei^^naet de mogelijkheid de kleine particuliere belegger te laten voor gaan bij de inschrijving en toewijzing? Spreker merkt op, dat dit wellicht pussen de Amsterdarnsche Bank en Van Mierlo en Zn N.V. kan worden uitgespeeld. De VOORZITTER zegt dat deze vraag buiten de orde van de vergadering gaat, doch hij zal hiertegen geen bezwaar maken. De heer JONGBLOED voelt veel voor het voorstel van de heer KIompas.Indien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 409