Notulen van de besloten vergadering van de raad der gemeente Breda d.d. 14 Juli 1954. De VOORZITTER deelt mede, dat op 20 Juli 1954 de congregatie der Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis te Huyber.gen haar honderjarig bestaan zal vieren. Deze congregatie, die omtrent een halve eeuw te Breda werkzaam is, heeft in deze ge meente in toenemende mate deelgenomen aan de vorming en opvoeding van de jeugd in schoolverband en anderszins. Zij heeft in deze gemeente zeven g.l.o.- en twee u.l.o.-scholen, een school voor buitengewoon lager onderwijs, een ambachtsschool voor b.l.o., een kweekschool en een werkplaats voor minder-validen. De congrega tie heeft de Bredase gemeenschap door de wijze waarop zij de door haar aanvaarde taak heeft vervuld, bijzonder aan zich verplicht. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft zich dar ook beraden over de vorm, waarin de waardering van de stad Breda tot uitdrukking kan worden gebracht. De Eerwaarde Broeder Cajetanus, in de wereld Hubertus Middelhof, geboren te Breda 28 Januari 1884 is van 1 Mei 1906 tot 1 September 1908 onderwijzer geweest aan de voormalige R.K. Jongensschool in de Kerkstraat en sinds 1 September 1917 leraar aan de St. Franciscus kweekschool aan het Dr Jan Ingenhouszplein, waarvan hij vanaf 1 September 1939 directeur is. De verdiensten van deze Broeder voor het onderwijs zijn onbetwistbaar en zijn bestuur over de kweekschool, ook de tijdens de bezetting, is voortreffelijk geweest. Het college van Burgemeester en Wethouders meent dan ook dat de directeur van de kweekschool, (die te Breda is geboren) om zijn persoon en om zijn werk gedurende vele jaren in deze gemeente, mag gerekend worden tot de meest voortreffelijke burgers van de stad Breda en dat in zijn per soon en zijn werk de betekenis van de jubilerende congregatie op bijzondere wijze is belichaamd. In verband hiermede stelt spreker namens Burgemeester en Wethouders voor Broeder Cajetanus bij gelegenheid van het eeuwfeest van zijn congregatie de erepenning in brons van de gemeente Breda aan te bieden. Mejuffrouw KOPPELAAR wil gaarne het voorstel onderstrepen. Zij vraagt waarom een bronzen en geen zilveren erepenning wordt aangeboden. De VOORZITTER deelt mede dat de gemeente Breda twee erepenningen kent, nl. in Èföt- brons en in het- zilver. De zilveren erepenning is slechts aangeboden aan wijlen Mgr Hopmans, Generaal Maczeck en oud-burgemeester Van Slobbe. Spreker meent dat er van diskwalificatie geen sprake is indien de erepenning in brons aan Broeder Cajetanus wordt toegekend. De heer VAN GISBERGEN informeert of de medaille tevens het ereburgerschap van de stad Breda inhoudt. De VOORZITTER bevestigt dit. De heer SONDERMEIJER sou gaarne vernemen hoeveel ereburgers de stad heeft. De VOORZITTER deelt mede dat hij hierop geen juist antwoord kan geven. Het staat echter vermeld in het jaarverslag van de gemeente Breda. De heer MINDERHOUD vraagt wanneer de erepenning zal worden uitgereikt. De VOORZITTER zegt dat dit zal gebeuren tijdens de officiële besloten receptie op 20 Juli a.s. om 11.00 uur. De heer MINDERHOUD merkt op dat de raadsleden een uitnodiging voor de receptie hebben gekregen die gehouden wordt van 12.00 - 1.30 uur, zodat de raadsleden der halve niet bij de uitreiking van de erepenning tegenwoordig kunnen zijn. De VOORZITTER bevestigt dit. De raad treedt bij deze gelegenheid niet als college op.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 411