De heer Van Boxtel kan zich met de woorden van de heer Wezehbeek verenigen» Bovendien vraagt hij of de aankoop van deze fabriek wijziging brengt in de plan nen voor de te bouwen industrieflats in het Crogtenplan. De heer Kamphui .is meent dat de fabriek niet meer in gebruik is en vraagt of bij wijziging van het emplacement der ÏÏ.S. de gemeente of de N.S. de benodig de gronden koopt. Bovendien vraagt hij zich af of de bij deze transactie te ver krijgen grond voldoende zal zijn. De heer Toxopeus vraagt waarom gesproken is over een te betalen bedrijfsscha de indien de fabriek niet in gebruik is. De heer Mol zegt dat Burgemeester en Wethouders willen trachten in de fabriek nieuwe industrieën te vestigen. Hij is echter van oordeel, dat een flinke indus trie niet op Breda wacht, doch daar heen gaat, waar nieuwe industriefla/ts aangebo den worden. Volgens zijn mening moet Breda zorgen dat er in de nabije toekomst industriehallen komen. Hij geeft in overweging over te gaan tot het oprichten van een N.V. "Tot Exploitatie van Industriehallen". Voorzitter merkt op, dat dit buiten de orde van de vergadering gaat. De heer Mol wenst zijn voorstel bij Burgemeester en Wethouders aan te be velen. De heer Kramers informeert of het bezit van de fabriek een troef in handen der gemeente is in de kwestie van hoog of laag spoor. De heer Van den Eeden zegt dat het hem bekend is dat de "Kwatta" aan het reorganiseren is. Hij vraagt of bij het voorstel de intentie voorzit de "Kwatta" te helpen. De heer Cosi.in beveelt aan bij verhuur van de fabriek in het contract een ontruimingsfea?mHlclausule op te nemen. De heer Vermeulen vraagt of het tracee wordt verbreed of is het bezit van de fabriek alleen van belang voor de dan plaats hebbende werken en wordt er dan een besparing voor de gemeente verkregen door het bezit van de fabriek? De Voorzitter antwoordt dat de toegift van 150.000,- het verschil is tussen de waarde van beide complexen. Dit is een kwestie van loven en bieden ge weest. Tot dit bedrag zijn partijen na de nodige moeite gekomen. De toegift van 150.000,- acht hij redelijk omdat 1Openbare Werken tot een hogere taxatie is gekomen. 2. de huurprijs van de fabriek zal de gemeente 50 I. 40 lager kunnen stellen dan de huurprijs voor nieuwe montagehallen. 3. de terreinen zijn niet even groot nl. de oppervlakte-eigendom van de N.V. "Kwatta" is 12.800 m2 tegen 9.700 m2 van de gemeente. Bovendien wordt het verschil nog geaccentueerd door verschil in bebouwde m2. Spreker is van oordeel dat een toegift van 150.000,- niet buiten de per ken gaat. Bewijzen kan hij het echter niet. Maar spreker is tevens van mening, dat als de gemeente later in een dwangpositie komt, er grotere bedragen mede ge moeid zullen zijn. De fabriek van de H.V. "Kwatta" staat niet leeg doch wordt gebruikt als magazijn. Inderdaad zal bij verhuur in de overeenkomst een clausule over ontruiming van de fabriek moeten worden opgenomen, omdat de gemeente dan in een uiterst kwetsbare positie zou kunnen geraken, zodra tot uitvoering der U.S.-plannen wordt overgegaan. Het bezit van de fabriek zal als troef kunnen worden uitgespeeld bij de N.S. ter verwezenlijking der hoogspoorplannen. Deze maatschappij heeft bij de uitvoering van dergelijke plannen een kostenschema, dat voor de gemeente uiterst onvoordelig is. Spreker verwijst naar de gemeenten Tilburg en Hilversum, die enorme bedragen hiertoe hebben moeten investeren. Spreker deelt mede, dat het Crogtenplan door deze transactie niet in gevaar komt. Het crediet is door Gedeputeerde Staten goedgekeurd en het bestek is bijna klaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 420