Hij hoopt dat in de eerste maanden van 1955 met de opspuiting begonnen zal kunnen worden, rv De heer ^muhu^is ken hij mededelen, dat er thans een candidaat is voor de ruimte en de fabriek. Hij brengt onder de aandacht, dat hij gezegd heeft, dat er in de transactie speculatieve elementen zitten, doch deze speculatie acht hij verantwoord. De opmerking van de heer Mol wenst hij buiten de bespreking te houden. De vraag van de heer Vermeulen kan spreker niet beantwoorden, omdat de plan nen van de N.S. nog niet geheel zijn uitgewerkt. De heer Bastiaansen brengt lof voor de tegemoetkomende houding van Burgemees ter en Wethouders aan de bestaande Bredase industrieën, die het gevoelen hadden, dat alleen nieuwe industrieën werden geholpen. De heer Kamphuijs is van mening, dat de dwangpositie van de gemeente in ver band met een te betalen bedrijfsscha.de niet erg groot is. De Voorzitter merkt op, dat de ÏÏ.V. "Kwatta" ook kan verkopen en verhuren aan een derde. De heer Kamphui .is merkt op, dat als dat het geval is, de gemeente wellicht nog meer moet aankopen en verzoekt dit zo spoedig mogelijk te doen. De Voorzittep^egt dat dit, zo zich de mogelijkheid voordoet, zeer zeker zal geschieden. De heeffiamphui.is zegt dat echter niet te hard van stapel moet worden gelopen met het doen van aankopen en herinnert aan de aankoop en afbraak van "Thalia" in verband met de toenmalige Spoorwegplannen. Thans wordt er een transformator station gebouwd. De Voorzitter herinnert er aan duidelijk gezegd te hebben dat in de trans actie een speculatief element zit. De heer Vermeulen zegt dat in de hoofdsom geen bedrag begrepen mag zijn om de "Kwatta" te helpen. Dit heeft hij uit de woorden van de heer Bastiaansen begrepen. Een dergelijke "hulp" zou voor hem een pertinent bezwaar zijn om aan deze transactie mede te werken. De heer Toxopeus zegt te hebben begrepen, dat de taxatie van Openbare Wer ken beide complexen omvat. Bovendien heeft hij uit de woorden van de Voorzitter begrepen, dat de plannen van de N.S. argumenten zijn geweest om deze speculatie aan te durven. De Voorzitter bevestigt dit. De heer Jongbloed kan zich met de woorden van de heer Toxopeus verenigen. Voor hem blijft echter alleen de vraag of het juist is dat vanaf het moment der transactie 5500,- per jaar huur moet worden betaald voor de kantoorruimte van de Gemeente Lichtbedrijven. De Voorzitter acht deze clausule in de overeenkomst volkomen gewoon. De gemeente had ook een huur voor de fabriek aan de N.V."Kwatta" kunnen claimen, doch dit is bij de onderhandelingen niet geschied. Dit is een kwestie van loven en bieden. De Raad besluit tot het opleggen van geheimhou ding aan zijn leden over het besprokene, betref fende de spoorwegplannen. De heer Van Boxtel vraagt agendapunt no. 40 van de raadsvergadering van heden (schooltandartsendienst) te mogen bespreken omdat hij enkele zienswijzen heeft die beter niet in het openbaar kunnen worden gezegd. De Raad kan zich hiermede verenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 421