-4- De heer Van Boxtel zegt met belangstelling het rapport van de Commissie te hebben gelezen. Er zijn in dit rapport echter 2 essentiele zaken waarover hij wenst te spreken nl. 1o het storten van het aandeel door de tandartsen in de kas van de stichting. 2. de contr3le door de tandartsen over het aantal leerjaren. Ten aanzien van het gestelde onder 1wil hij het volgende opmerken. De tand artsen, die patiënten behandelen via de halfjaarlijkse contröle, zullen hun aan deel storten in de kas van de stichting. Dit lijkt reëel, maar is het niet. Men gaat hierbij van de gedachte uit, dat men kan controleren hoeveel vullingen ge daan zijn. Men moet de nodige garanties hebben. De oplossing lijkt spreker dat de tandartsen voor elk gecontroleerd kind een bepaald bedrag per jaar in de kas van de stichting storten. De bijdrage kan hierbij afhankelijk van de tandartsen worden vastgesteld. Over de controleduur zegt spreker, dat men geen arts behoeft te zijn om te kunnen vaststellen, dat kinderen na 3 jaar controle niet"dental-minde#d"zullen zijn. Hij is van mening, dat een controle over 6 leerjaren noodzakelijk is. Spreker vraagt Burgemeester en Wethouders de zaak nogmaals de willen bezien. Wethouder Stubenrouch zegt dat het voorstel van de heer van Boxtel inderdaad het overwegen waard is. Door de stichting is in d.e begroting een bedrag van 810,- opgenomen wegens bijdragen in de kosten van vullingen vqn tanden van- de gecontroleerde kinderen. Volgens de begroting zal er een tekort zijn van 12.000,-, welk d.eficit door gemeente-subsidie zal dienen te worden gedekt. Spreker acht het het beste, dat de Raad het bedrag voteert onder voorwaar de dat Burgemeester en Wethoud.ers er op zullen toezien, dat er een behoorlijke regeling komt voor het storten van de tandartsenbijdrage. Hij zegt toe over dit punt de nodige contacten te zullen opnemen. Betreffende de controleduur merkt spreker op, dat thans de situatie zo is, dat nog niet alle 3 eerste leerjaren van alle scholen in de halfjaarlijkse controle zijn opgenomen. Echter mag men de controle van de kinderen in opdracht van de ouders en de z.g. saneringskaart van de ziekenfondsen, waarbij} halfjaarlijkse controle verplichtend is gesteld, niet verwaarlozen. Spreker besluit met te zeggen dat hij van de opmerkingen van de heer van Boxtel goede nota heeft genomen, doch dat hij een afwachtende houding wenst aan te nemen. De Voorzitter zegt deze kwestie thans liever in de openbare raadsvergade ring te behandelen. De heer Toxopeus stelt voor thans de besloten zitting op te heffen. De Heer Van Boxtelzegt dat hij om persoonlijke redenen in de openbare raadsvergadering niet aan de discussie over dit voorstel zaJ. deelnemen, Hij zal echter niet tegen het voorstel stemmen. De bedoeling zat bij hem voor enige practische bezwaren welke z.i. aan de regeling kleven, naar voren te brengen. De Voorzitter zegt in de toekomst bezwaar te zullen maken, indien om per soonlijke redenen een besloten raadsvergadering wordt gevraagd. De gemeentewet eist openbaarheid. I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 422