62 17 MAART 1954 een sociografisch onderzoek (kosten 3000 gulden). een geleid onderzoek, waarbij dus de jeugdorganisaties en wat dies meer zij worden betrokken, waarvan de kosten f 2000.- zullen bedragen. een eigen onderzoek waarvan de kosten f 20.000.- zullen bedragen. Deze cijfers geven mij de indruk, dat de jeugd en met name de ar beidersjeugd practisch niet zal worden ingeschakeld, omdat men f 20.000.- nodig heeft voor het eigen onderzoek en slechts f 2.000.- voor het geleid onderzoek. Gezien het belangrijke werk dat door de K.A.J. van Breda is verricht en de talrijke ervaringen die zij heeft opgedaan, wil ik aan dit voorstel van Burgemeester en Wethouders de voorwaarde verbinden, dat deze K.A.J. in een zeer belangrijke mate bij dit onderzoek wordt betrokken. Deze binding wil ik ook sterk leggen bij de overige jeugdorganisaties en met name de A.J.C. en de Prot. Ghrist. arbeidersjeugd. Ook zij zijn het die ten nauwste met het arbeidersjeugdvraagstuk zijn betrokken. Indien mij deze verzekering kan worden gegeven, kan ik met het voorstel instemmen. Misschien is de indruk gemaakt, dat teveel de nadruk is gelegd op de arbeidersjeugd, als zouden er bij de burgerjeugd geen noden bestaan. Vergeet echter niet, dat het arbeiderskind doorgaans is opgevoed in zorg en misère, dat daar de nood het hoogst is en dat daar afdoende dient te worden geholpen. Ik moge besluiten: Meer aandacht voor de arbeidersjeugd, prachtig. Moge dit resulteren in „ook meer aandacht voor de arbeidersjeugdbe weging". De heer TOXOPEUS zegt verheugd te zijn van Wethouder Stuben- rouch te mogen vernemen, dat bij dit onderzoek met de moeilijkheden, welke hij voorzag, rekening zal worden gehouden. Een der genoemde professoren kent hij. De andere niet. Spreker acht het beter, dat het onderzoek geschiedt door één instituut dan door een combinatie. Het komt hem juist voor, dat bij de beoordeling en het stellen van vragen andere richtingen medespelen; speciaal voor kwesties welke liggen buiten de katholieke levensbeschouwing. Het pleidooi van de heer Nieuwlaat heeft hem getroffen. Er is niet gezegd hoe de arbeidersjeugd dit onderzoek heeft ingesteld. Heeft zij dat gedaan of gaat zij dit doen op de wijze als het Hoogveldt-Instituut door gesprekken? Spreker wil gaarne een nadere specificatie van het bedrag ad f 25.000.Er zal in dit bedrag wel een grote loonpost zitten. Hij is van mening, dat voor de toekomst het onderzoek van belang is. Men denke hier aan een juist subsidiebeleid e.d. Spreker voelt alles voor eenhoofdige leiding van dit onderzoek en acht de keuze van het Hoog veldt-Instituut juist. De heer HULSKRAMER wenst zich bij de woorden van de heer Nieuwlaat aan te sluiten. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS kan haar volle instemming be tuigen met het voorstel vooral na de nadere toelichting door de wet houder. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat zijn antwoord al grotendeels gemakkelijk is gemaakt door de woorden van de heer Toxopeus. De basis van het onderzoek berust op katholieke grondslag, doch het niet- katholieke element zal in het onderzoek voldoende worden betrokken, zoals hij biji de aanvang van de discussie over dit agendapunt reeds naar voren heeft gebracht. Naar aanleiding van de woorden van de heer Nieuwlaat merkt spre-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 62