64
17 MAART 1954
meester en Wethouders vragen de raad wat tijd te laten bij zulke ge
wichtige vraagstukken. Spreker vraagt de aandacht van het college
voor die categorieën, die niet in staat zijn een plaats in een verzorgings
huis als het onderhavige te verwerven.
Wethouder MEIJS wil er op wijzen, dat het voorstel zo gezien moet
worden dat de geldlening alleen wordt verstrekt als de f 300.000.
door de stichting zelf zijn bijeengebracht. Alleen op die conditie geeft
de raad zijn toestemming. Namens het college van Burgemeester en
Wethouders kan spreker mededelen, dat de huisvesting van andere
categorieën bejaarden door Burgemeester en Wethouders onder ogen
zal gezien worden.
De heer TOXOPEUS merkt op, dat het stichtingsbestuur geen betere
woordvoerder had kunnen hebben dan Dr Verhaak. Spreker vindt het
prettig, dat in het huis ook andersdenkenden zullen worden opgenomen.
De heer BRINKERHOF zegt, dat de bejaardenzorg de laatste 10 jaren
meer zorg vraagt dan voorheen. In grote steden is onderzocht hoeveel
bejaarden liever in een gesticht wensen te komen dan in een afzon
derlijke woning. In het tijdschrift „Bouw" is hierover een rapport ver
schenen, waaruit blijkt, dat de meeste bejaarden een zelfstandige wo
ning prefereren. Spreker hoopt binnenkort met een voorstel te komen
inzake de huisvesting van bejaarden in zelfstandige woningen.
De heer KAMPHUYS vraagt of het advies van het Bouwcentrum is
gevraagd.
Wethouder VAN HOUTEN zegt te weten, dat de planologische dienst
en het Ministerie van Wederopbouw zijn geraadpleegd, alsmede profes
sor Rouville de Meux.
De heer MOL zegt, dat hij voor hij met het ontwerp begon het Bouw
centrum heeft bezocht en van de door hem daar opgedane wetenschap
ook wel degelijk gebruik heeft gemaakt.
Overeenkomstig het voorstel wordt hierna besloten.
10. a. Speelterrein Ploegstraat.
b. Speelveld Schoolakkerplein.
Wethouder STUBENROUCH deelt mede, dat de rolschaatsenbaan op
het terrein aan de Ploegstraat 10 m breed aan de kop en 5 m breed
over de gehele lengte gedacht is. Dit brengt mede, dat de kogten wor
den teruggebracht tot f 7000.Het georganiseerd jeugdwerk heeft ge
meend in deze kwestie niet te moeten tegenwerken, hoewel het huive
rig is zijn werk te doen op het zelfde terrein als dat voor de ongeorga
niseerde jeugd. Spreker vraagt de raad goed te vinden, dat, wanneer
blijkt dat het samengaan op een veld niet gaat, een afscheiding wordt
gemaakt tussen beide terreingedeelten tot een maximum bedrag van
f 1000.—.
De heer BRINKERHOF vraagt hoe het speeltuincomité is samenge
steld en waar de leden wonen.
De heer RATTINK vraagt hoe de afscheiding eventueel zal worden
gemaakt.