72 17 MAART 1954 terwijl: Schoolgeld f 1.000. Inkomsten en inhoudingen f 1.400. volgens dezelfde methode opgeteld f 3.400.is i.p.v. f 2.400.- Door deze fouten wordt het berekend subsidie aan de gemeente f 35.835.β€” i.p.v. f 35.235.β€”. De absolute hoogte van de genoemde cijfers lijkt mij bovendien ook zeer aanvechtbaar, indieni men deze vergelijkt met de cijfers voor 1954 van de bestaande school. Enige motivering of toelichting ontbreekt. Mo gelijk dat uw College deze kan verschaffen. Concluderend, M. d. V., kom ik tot het navolgende: le De stichting van een 2e Lagere nijverheidsschool te Breda acht ik noodzakelijk. 2e Ik ben niet overtuigd, hetgeen door wat vooraf ging werd aan getoond, dat dit in dit concrete geval een confessionele school moet zijn. 3e Het ambachtsonderwijs wordt naar mijn gevoel op de voorgestel de wijze niet gediend, terwijl de gezamenlijke kosten hoger zullen worden dan bij het stichten van een 2e gemeentelijke school. 4e Beperkingen van de mogelijkheden tot ontwikkeling van de ge meentelijke Ambachtsschool kunnen door mij niet worden aan vaard. 5e Daar de feitelijke situatie daartoe niet noopt, lijkt het mij niet respectvol van de Raad tegenover de bedoeling van de legaat gever Dr Van Cooth op de voorgestelde wijze te gaan handelen. Dit M. d. V., voor de le instantie. De heer BREKELMANS merkt op, dat in het schrijven van de Stich ting een passage is, welke hij in twijfel trekt, n.l. dat er in het afge lopen jaar meer dan 100 leerlingen zijn afgewezen wegens plaatsge brek. Dit aantal moet volgens spreker 25 bedragen. Spreker vraagt zich af, of de leerlingen uit de buitengemeenten niet eerst moeten afvloeien. Hij heeft vernomen, dat omliggende gemeenten ambachtsscholen gaan bouwen of uitbreiden. Spreker ziet daarom de urgentie van een 2e ambachtsschool niet in. Hij acht het voorts jammer, dat de kopcursus automontage zal worden overgeheveld naar de nieuwe school. Deze cursus wordt op de ambachtsschool uitstekend gedoceerd. De heer TOXOPEUS vindt het vreemd, dat de onderwijscommissie over deze kwestie heeft geadviseerd; deze zaak hoort thuis bij de com missie voor het nijverheidsonderwijs. Spreker kan een groot aantal ar gumenten van de heer Vermeulen onderschrijven. Hij vreest, dat bij de Stichting de ambachtsschool zal gaan verdwijnen. Dit blijkt ook uit de brief aan de Stichting, zeker ten aanzien van de kopcursussen. In eerste instantie is spreker niet voor het voorstel. Hij heeft ook een economisch bezwaar n.l. dat de exploitatie duur wordt omdat de am bachtsschool langzamerhand zal worden uitgehold. De kwestie van de leraren spreekt hem bovendien aan. Het is toch al moeilijk bevoegde krachten te krijgen. Bij de stichting van een tweede school zal dit nog moeilijker worden. Spreker leest geregeld β€žde Gong" het blad van de ambachtsschool, hieruit ook spreekt duidelijk de R.K. richting op de ambachtsschool. Hij acht een bijzondere ambachtsschool niet noodzakelijk omdat men toch maar op een manier kan hameren en niet speciaal katholiek of protestant kan hameren. Spreker zou gaarne de motivering van de wethouder horen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 72