13 JANUARI 1954 7 U zult met mij verstaan, Dames en Heren, dat in dit abnormaal tempo grote gevaren schuilen voor de bouwkwaliteit en ook voor de bouwvakarbeiders zelf. Het tijdig vooruitzien is een eerste ver eiste, ten einde niet in een impasse te geraken. Ook de zware belasting van de technische diensten der gemeente is een gevolg van het abnormale tempo, waarmede de stadsuitbrei ding moet geschieden. Zo kampt de dienst van Openbare Werken met een achterstand in de grondaankopen. In 1953 werd echter 51 ha. bouwgrond aan gekocht. Een efficiëncyonderzoek naar de personeelsbezetting van deze dienst is gaande. In het eerste halfjaar van 1954 hoopt het college van Burgemees ter en Wethouders U de eerste helft van het uitbreidingsplan in on derdelen voor het Brabantpark te kunnen aanbieden. De nutsbedrijven ondervinden een even zware belasting door de snelle stadsuitbreiding als de dienst van openbare werken. Deze be drijven hebben te kampen met gebrek aan technisch geschoold per soneel. Het water- en electriciteitsverbruik nam in 1953 met 10% toe. Ver wacht mag worden, dat het te bouwen transformatorstation in de Etnastraat de overbelasting van het electriciteitsnet zal voorko men. Ook de dienst der beplantingen is zwaar belast door de sterke uitbreiding van de plantsoenoppervlakte. Om de klacht over de bal dadigheid der jeugd te doen verminderen zullen wij ons hebben in te spannen, systematisch en op grote schaal speelgelegenheden te creëren. De overige diensten en de administratie ondergaan eveneens de hoge druk van de geforceerde expansie. Daarbij komt, dat de be huizing van verschillende delen der administratie zoals de secretarie, politie, brandweer en de nutsbedrijven onvoldoende is geworden en op korte termijn dient te worden uitgebreid. Voor de behuizing van de dienst van Sociale Zaken werd in 1953 met de nieuwbouw begon nen. De sportaccomodatie, die over de gehele lijn middelmatig is, zal voor ons en Uw College een punt van ernstige zorg dienen te zijn. Uit alles, Dames en Heren, blijkt de noodzaak voor een ruimere fi nanciële armslag voor de gemeente. Gelukkig schijnt er bij de Centrale Overheid begrip te bestaan voor de schrijnende achterstand van Breda ten aanzien van de fi nanciële verhouding. Tenslotte nog een enkel woord over de openbare orde. De overtredingen inzake openbare dronkenschap zijn sinds 1947 geleidelijk teruggelopen. Het cijfer van de zedendelicten is in deze gemeente vrij stabiel, doch uit de politie-statistieken is moeilijk een juiste conclusie te trekken. De cijfers van de verkeersdelicten vertonen een dalende tendenz. Zo vonden in 1951 728 aanrijdingen plaats in 1952 702 en in 1953 627. Het verheugt mij deze dalende lijn te kunnen constateren bij een toenemende verkeersintensiteit. Van deze aanrijdingen waren er in 1951 4 met dodelijke afloop, in 1952 10 en in 1953 14. Uit deze cijfers kunnen moeilijk conclusies worden getrokken, omdat teveel toevallige factoren bij deze ongevallen voorkomen. Het Instituut „Steun Wettig Gezag" leidt in de gemeente Breda een moeizaam bestaan. Voor de Nationale Reserve hebben zich 50 actieve vrijwilligers aangemeld. De Reserve Grensbewaking bestaat uit 55 vrijwilligers en de Reserve Gemeentepolitie uit 54 vrijwilli-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 7