14 APRIL 1954
95
17. Oprichting U.K. Uitgebreide Technische School.
De heer VERMEULEN is niet voornemens over dit voorstel nu nog
veel te zeggen. In de vorige raadsvergadering bij de behandeling van
het agendapunt tot oprichting van een R.K. Technische School heeft
hij dit reeds gedaan. Dezelfde bezwaren gelden grotendeels ook nu.
Hij verwijt het College van B. en W. dat het niet dié aandacht aan het
nijverheidsonderwijs heeft geschonken als no<di'g was. Het gemeentebe
stuur moet uiteindelijk toch het nijverheidsonderwijs in al zijn geledin
gen voorstaan. Blijkens het aan de Raad gericht verzoek is er in Breda
reeds geruime tijd behoefte aan dit soort van onderwijs; door het ge
meentebestuur is dit echter nog nooit geconstateerd. In het voorstel
staat vermeld, dat de klasse van de gemeentelijke school voor scheeps
werktuigkundigen overgebracht zullen moeten worden naar de R.K.
U.T.S. Spreker merkt naar aanleiding hiervan op, dat Breda ook niet-
katholieke inwoners heeft. Door deze maatregel komen de niet-katho-
lieken in een dwangpositie te verkeren. N'u deze klassen eenmaal bij de
gemeentelijke ambachtsschool zijn ondergebracht, verzoekt hij om die
klassen daar te laten en ze niet naar de R.K. school over te brengen.
Verder vraagt spreker wat B. en W. denken te doen met de niet-katho
lieke leerlingen, die de R.K. U.T.S. om de levensbeschouwelijke rich
ting niet wensen te bezoeken. Krijgen deze leerlingen een subsidie in
de vorm van reiskosten om een soortgelijke openbare school elders te
bezoeken? Hij vindt het jammer dat ook op dit punt scheiding moet
bestaan! De bestaande ambachtsschool zal op deze manier geleidelijk
worden geliquideerd.
De heer BASTIAANSEN zegt, dat er in West-Brabant een tekort is
van ongeveer 700 geschoolde arbeidskrachten, waarvan er 400 in de me
taalindustrie voorkomen. Deze cijfers zijn volgens spreker een bewijs,
dat er een tekort is aan opleidingsmogelijkheden. Hoe meer opleidings
mogelijkheden er zijn hoe meer arbeidskrachten er worden afgeleverd.
Spreker juicht daarom del nieuwe opleiding ten zeerste toe. Of dit een
R.K. school moet zijn is voor de K.V.P.-fractie geen vraag.
Wethouder STUBENROUCH verheugt het dat de heer Bastiaansen
ervan overtuigd is, dat de nieuwe uitgebreide technische school in een
grote behoefte zal voorzien. Het verwijt van de heer Vermeulen, waar
deze stelt, dat het gemeentebestuur in gebreke is gebleven, omdat het
niet tot oprichting van een dergelijke school is overgegaan, vindt spre
ker niet op zijn plaats. De gemeentelijke overheid heeft een stimule
rende taak ten opzichte1 van het onderwijs. Er moeten contacten wor
den gelegd met inspecteurs en besprekingen worden gevoerd. Komt
echter een stichtingsbestuur met een verzoek tot oprichting van een
U.T.S. dan moet het stichtingsbestuur de feitelijke uitwerking ter hand
nemen. Indien het stichtingsbestuur niet zou slagen, dan pas zou het
gemeentebestuur tot een bepaalde actie kunnen overgaan. Het kern
punt van het betoog van de heer Vermeulen is, dat hij beangstigd is
voor het niet-katholieke gedeelte van de bevolking. De gemeentelijke
school voor scheepswerktuigkundigen wordt momenteel door 70 leer
lingen bezocht, waarvan 50 leerlingen katholiek en 20 leerlingen niet-
katholiek zijn. Deze niet-katholieke leerlingen komen echter niet in een
dwangpositie te verkeren. Zij zijn niet afhankelijk van de gratie van
het stichtingsbestuur; een bijzondere school is wettelijk verplicht deze
niet-katholieke leerlingen op te nemen. Daarbij komt dat door de nij
verheidsinspecties een scherp onderscheid wordt gemaakt tussen lager
technisch onderwijs en uitgebreid technisch onderwijs. De bestaande
gemeentelijke school voor scheepswerktuigkundigen, die onder uitge-