96
14 APRIL 1954
breid technisch onderwijs valt, zal derhalve onmogelijk bij de ambachts
school kunnen blijven. De grootste bevolkingsgroep heeft nu het initia
tief genomen om tot oprichting van een U.T.S ovetr te gaan. Het is dus
alleszins gemotiveerd, dat de gemeente hier achter staat.
De heer VERMEULEN zegt, dat hij het initiatief niet wil bestrijden.
Hij is genegen dit te steunen doch men moet ook rekening houden met
andere bevolkingsgroepen dan alleen met de meerderheidsgroep. Ook
ten aanzien van de minderheidsgroepen heeft de overheid bepaalde
verplichtingen. Uit het aantal nïet-katholieke leerlingen, dat momen
teel de school voor scheepswerktuigkundigen bezoekt, blijkt duidelijk
dat een groot percentage neutraal onderwijs) verlangt. Om de bestaande
school nu op te heffen en de niet-katholieke leerlingen te verplichten
om de R.K. U.T.S. te bezoeken stemt met sprekers verantwoordelijkheid
niet overeen. Spreker kan er wel inkomen, dat er een R.K. U.T.S. komt,
doch hij zou gaarne zien, dat de bestaande school voor scheepswerk
tuigkundigen aan de ambachtsschool blijft.
Wethouder VAN HOUTEN is er eveneens tegen, dat bepaalde vakken
van de ambachtsschool worden weggehaald.
De heer KROON vraagt, als niet-katholieke leerlingen de nieuwe
R.K. U.T.S. niet wensen te bezoeken of deze leerlingen dan van de
gemeente Breda de reiskosten vergoed zullen krijgen voor het elders
bezoeken van een overeenkomstige niet-katholieke school.
Wethouder STUBENROUCH protesteert tegen de bewering dat hij
bepaalde vakken van de ambachtsschool zou willen afnemen. Hij deelt
nogmaals nadrukkelijk mede, dat de nijverheidsonderwijsinspectie ab
soluut niet wil, dat het uitgebreid technisch onderwijs ondergebracht
wordt bij het middelbaar- of bij het lager technisch onderwijs. De
gemeente zal dus toch t.z.t. de school voor scheepswerktuigkundigen
naar het uitgebreid technisch onderwijs moeten overbrengen. Het is
volgens spreker toch juister, dat de gemeente haar medewerking ver
leent voor de oprichting van een R.K. U.T.S. die ook door de minder
heden kan worden bezocht, dan dat de grootste groep van de bevolking
gedwongen wordt de kinderen naar een neutrale school te zenden.
De heer TOXOPEUS constateert dat er dus ook nijverheidsonderwijs
gegeven wordt volgens een bepaalde richting. Hij vraagt zich af waar
de 20 niet-katholieke leerlingen van de school vooir scheepswerktuig
kundigen naar toe zullen moeten, indien deze leerlingen eens tot de
gereformeerde religie zouden behoren. Het zal dan op de weg van de
gemeente liggen om voor deze leerlingen te zorgen.
Da vraag is echter hoe dit moet gebeuren, öf volgens de weg die de
heer Kroon heeft aangegeven in de vorm van een subsidie voor het
bezoeken van een elders gevestigde school öf volgens de weg zoals de
heer Vermeulen zich voorstelt door het aanhouden van deze klassen
bij de gemeente ambachtsschool.
De heer BRINKERHOF zegt, dat de wethouder de nadruk legt op de
vervolmaking van het technisch onderwijs. In de vorige raadsvergade
ring is er ook over dei nieuwa technische school en de ambachtsschool
gesproken. Er is toen gezegd dat de vakken timmeren en metselen
gescheiden zouden worden. Hij begrijpt het standpunt van de inspecteur
in deze niet. Timmeren en metselen zijn volgens spreker nu eenmaal
vakken die 'bij elkaar behoren.