14 APRIL 1954
99
De heer VAN BOXTEL wil gaarne de woorden van de heer Kramers
onderschrijven. Door de wens van de centrale overheid zou de plaatse
lijke paardensport niet tot ontplooiing kunnen komen.
De heer BRINKERHOF kan zich geheel bij de drie vorige sprekers
aansluiten. Het is hem bekend, dat deze vereniging veel belangstelling
heeft. Hij verzoekt met klem deze vereniging te helpen in de vorm zoals
de heer Klompers heeft voorgesteld. Het gaat niet om het geld, maar
om enig hulp om de course van 27 Mei a.s. mogelijk te maken.
Mevr. VAN MIERLO concludeert, dat het beschikbaarstellen van een
bedrag van f 2000,voor 5 jaar neer zou komen op een subsidie van
400,per jaar, hetgeen niet zo veel is, aangezien de courses zeer
zeker het vreemdelingenverkeer zullen bevorderen.
De heer RATTINK voelt er eveneens iets voor om de vereniging te
helpen. Hij vindt het standpunt van de landelijke vereniging niet ge
motiveerd.
Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat indien vandaag besloten zou
worden om de vereniging niet te helpen, de vereniging door deze late
beslissing gehandicapt zou zijn voor de wedstrijd van 27 Mei a.s. Zij zou
eveneens gaarne zien, dat de vereniging op een of andere manier werd
geholpen. I,
De heer TOXOPEUS zegt, dat het niet dikwijls voorkomt, dat de Raad
zo unaniem tegen een voorstel van Burgemeester en Wethouders is.
Ook hij wil zich bij het koor der engelen aansluiten. Hij heeft alle
sympathie voor deze vereniging, die niet met een totalisator werkt. De
landelijk erkende verenigingen zijn genoodzaakt de wedstrijden met
een totalisator te houden. Op dergelijke wedstrijden wordt weinig aan
draverijen gedaan; de meeste tijd gaat verloren met de totalisator.
Persoonlijk voelt spreker niets voor gokprestaties. Om deze reden wil
hij deze vereniging dan ook helpen. De Raad kan deze kwestie plaatse
lijk bekijken en behoeft zich in deze niet naar de verlangens van de
centrale overheid te richten.
De heer VAN DEN EEDEN heeft in het prae-advies gelezen, dat het
doen uitvoeren van de werkzaamheden in eigen beheer f 2000,zal be
dragen. Het is hem niet duidelijk waarom deze werken niet in het ka
der van de gemeentelijke sociale werkvoorzieningsregeling zouden
kunnen worden uitgevoerd.
Mej. t' SAS vraagt zich af, waarom deze tak van sport geen subsidie
krijgt; een andere soort sport heeft de Raad destijds wel gesubsidieerd.
Wethouder STUBENROUCH zegt, dat het de eerste maal is, dat tij
dens zijn ambtsperiode een afwijzend prae-advies over de sport is uit
gegaan. Hij kan zich echter met de door de Raadsleden gedane sugges
ties niet verenigen. De heer Kramers heeft een lans gebroken voor de
plaatselijke sport en stelt zich teweer tegen de landelijke regeling. Zo
als de K.N.V.B. de voetbalsport in goede banen tracht te houden, zo zal
ook de landelijke hypische sportorganisatie de paardensport ordenen.
Zij wil geen wild-baan-rennen; zij wil deze sport in goede banen hou
den, zodat het niet op de weg van de gemeente ligt om de paarden
sport, die niet aan haar voorschriften voldoet, te subsidiëren. Wil de
betrokken vereniging toch wedstrijden houden, dan is daar geen enkel
bezwaar tegen, doch niet met geld van de gemeente. Bij wedstrijden