104 11 MEI 1955 24. Overdracht van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten tot verhoging van de bezoldiging van een gedeelte van het gemeenteperso- neel. De heer VAN DE NOORT kan zich met het voorstel wel verenigen, doch hij zou gaarne zien dat als er een nieuwe bezoldigingsregeling komt, het nieuwe salaris zo spoedig mogelijk wordt uitgekeerd. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel. 25 a. Een uitkering ineens over het eerste halfjaar 1955 aan de secre tarissen, ontvangers en ambtenaren van de Burgelijke Stand. 25 b. Uitkering ineens over het eerste halfjaar 1955 voor een gedeelte van het Gemeentepersoneel. 26. Schrijven in verband met de aanstelling van de heer G. Wester hout. De Raad besluit overeenkomstig deze prae-adviezen en dit schrijven. Rondvraag. De heer BRINKERHOF zegt namens alle ouden van dagen en steun- trekkenden B. en W. en het bestuur van Maatschappelijke Zorg dank voor de uitkering ter gelegenheid van de 10-jarige herdenking van de bevrijding. Verder deelt spreker mede, dat de raadsleden de leeszaal erg missen. Thans wordt verwezen naar de raadszaal; de een zit hier de andere daar stukken in te zien. Hij vindt dit.geen systeem en hij vraagt of de Oukoop- kamer voor het lezen van stukken kan worden gebruikt, hetgeen indertijd ook in de bedoeling heeft gelegen. Vervolgens merkt hij op, dat ander halve maand geleden in de Óverakkerstraat bomen zijn gerooid. Er liggen thans tot last; van de mensen nog vele bomen. Spreker vraagt de bomen spoedig te doen weghalen. De heer RATTINK komt terug op het antwoord dat B. en W. hebben gegeven met betrekking tot het stilleggen van het rijdend verkeer in de binnenstad op Zaterdagmiddagen. B. en W. zeggen dat „bijna het ogen blik is aangebroken dat het verkeer in de Karrestraat, Eindstraat en Brugstraten niet meer door kan gaan op Zaterdagmiddagen". Spreker verschilt hier van mening met B. en W. Hij meent dat het ogenblik om dat verkeer stop te leggen reeds is aangebroken. Hij be grijpt dat omleggen van het verkeer een moeilijk probleem is. Toch vraagt spreker om deze aangelegenheid zeer spoedig op te lossen. Voorts vestigt spreker de aandacht op de tarieven van het zwembad „Het Ei". Het is hem niet bekend of B. en W. zeggenschap hebben in de exploitatie en zo ja in welke mate. Maar hoe dit ook zij, hij neemt aan dat het College uit een oogpunt van behartiging van de volksgezondheid belangstelling heeft voor de toegangsprijzen. Hier heeft verhoging plaats gehad. Vorig jaar was het hoogste tarief per bad f 0,30; thans f 0,45. Een verhoging alzo van 50°/o. Hij ziet echter ook niet voorbij dat een abonnement voor minstens 6 personen f 25,kost (genomen vóór 1 Mei). Hij kan niet beoordelen of de exploitatiekosten alleen dan wel mogelijk ook andere factoren een rol bij de verhoging hebben gespeeld. Het kan zijn dat de verhoging redelijk is verantwoord. Maar afgescheiden hiervan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 104