15 JUNI 1955
127
met dit aan de Raad gericht schrijven, alsnog de vijver voor haar leden
te mogen pachten. Burgemeester en Wethouders, zegt spreker, stellen
onder verwijzing naar het delegatiebesluit van 3 Juni 1936 voor, het
schrijven voor kennisgeving aan te nemen en ter afdoening in hun han
den te stellen. Dit vindt hij zeer jammer en hij vraagt wat Burgemeester
en Wethouders zullen doen, nadat de Raad dit schrijven voor kennisge
ving heeft aangenomen.
De heer BRINKERHOF hoopt, dat wanneer Burgemeester en Wet
houders alsnog zouden besluiten tot verpachting over te gaan, zij de
oude traditie zullen handhaven, door ook niet-leden van de Baroniesche
Hengelaars toe te staan in de vijver te vissen.
De heer KAMPHUIJS deelt mede, dat een vrije tijdsbesteding bestaan
de uit het doden van levende wezens in strijd met zijn principes is. Hij
zal daarom bij een eventueel voorstel tot het verpachten van de Wilhel-
minavijver tegenstemmen.
Mej. KOPPELAAR zou het betreuren dat de ouden van dagen, die
deze sport gaarne beoefenen, niet meer in de vijver kunnen vissen.
De heer TOXOPEUS vraagt hoe het verzoek van de heer Brinkerhof
kan samengaan met de verpachting van de vijver aan de vereniging.
Wethouder MEIJS zegt dat het verpachten van gemeente-eigendommen
waarbij het bedrag der pacht de 500,per jaar niet overschrijdt aan
Burgemeester en Wethouders is gedelegeerd. Dit prae-advies is zo inge
kleed, omdat in B. en W. nog beraad gaande is. Het ligt in de bedoeling
van Burgemeester en Wethouders om zoveel mogelijk personen boven
een bepaalde leeftijd van het vissen in de vijver te laten profiteren.
Spreker zegt op de woorden, gesproken door de heer Kamphuijs, niet in
te gaan, omdat hij aanneemt dat de heer Kamphuijs geen vegetariër is.
De gedane suggesties willen Burgemeester en Wethouders wel bezien.
De heer VERMEULEN merkt op, dat het antwoord van de Wethouder
hem niet bevredigt. Het gaat hier om een kwestie, welke gerezen is
tussen Burgemeester en Wethouders en ,,De Baroniesche Hengelaars",
die een schrijven aan de Raad hebben gericht teneinde een beslissing te
verkrijgen. In het prae-advies ontbreken alle argumenten. Spreker is van
oordeel dat het beroepschrift zal moeten worden bekeken door de Raad.
Indien door de Raad het prae-advies wordt aanvaard, zal aan het be
roepschrift geen gehoor worden gegeven. Spreker vraagt zich af, waarom
aan de Vereniging ineens het vissen in de vijver verboden wordt. Vroeger
mochten de Baroniesche Hengelaars wel vissen. De vraag rijst waarom
dit zo is daar de Vereniging in dit opzicht toch de nodige garantie geeft.
De vorm waarin het prae-advies is gegoten, doet aan de Raad tekort.
De VOORZITTER meent, dat de Raad zich op een gevaarlijk pad
heeft begeven. Spreker is van oordeel, dat indien de Raad een bepaalde
handeling aan Burgemeester en Wethouders heeft gedelegeerd, er geen
beroep op de Raad mogelijk is. Dit beroep is alleen mogelijk indien bij
de delegatie beroep is opengesteld. Iets anders is het, dat de Raad Bur
gemeester en Wethouders ter verantwoording roept voor een bepaald
feit. Spreker zegt dat dit beroepschrift voor kennisgeving moet worden
aangenomen. Na de beslissing van Burgemeester en Wethouders kan
gevraagd worden waarom zo gehandeld wordt en kan de delegatie wor
den ingetrokken.