130 15 JUNI 1955 kan volgens hem geen grote rol spelen, evenmin als de persoon van aan vrager. Spreker zal tegen het voorstel stemmen. De heer QUAEDVLIEG kan het met de redenering van de heer Toxopeüs niet eens zijn. Vooral dient men niet uit het oog te verliezen, dat het hier een zakenpand in de binnenstad betreft. Spreker kan zich met het voorstel verenigen. De heer VERMEULEN deelt mede voor het voorstel te zullen stem men. De heer VERHAAK vraagt of de levensverzekeringspolis een afkoop- waarde heeft. Wethouder MEIJS merkt op, dat de naar voren gebrachte bezwaren van de heer Kroon erg laat komen. In het Heuvelkwartier zijn reeds hypotheken verstrekt op een paar zakenpanden, waarbij de gemeente in het geheel geen belang heeft. Aan de heer Verhaak deelt spreker mede dat het een nieuwe levensverzekeringspolis betreft en dat in de meeste gevallen oude polissen een zeer geringe afkoopwaarde hebben. Tenslotte zegt hij, dat alle aanvragen individueel beoordeeld worden. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De heren Kroon en Toxopeüs wensen aangetekend te zien, dat zij tegen het voorstel zijn. De VOORZITTER deelt mede, dat aan de agenda nog een tweetal voorstellen worden toegevoegd, die door wethouder Jongbloed zullen worden toegelicht. Wethouder JONGBLOED stelt de Raad voor het straatje, toegang gevende tot de Broedersscholen in de Karrestraat te verkopen aan de N.V. Vroom en Dreesmann, onder voorwaarde dat dit straatje niet mag worden afgesloten voordat de scholen zijn verplaatst. De heer VERMEULEN voelt zich onveilig met de verkoop van dit straatje, omdat de daarachter gelegen school door een andere firma dan Vroom en Dreesmann is gekocht. Spreker vraagt zich af of deze aankoop door V. en D. geen politieke zet tegenover de andere firma is. Hij wenst gaarne te weten hoe de beide complexen in elkaar zitten. De heer KRAMERS wenst dezelfde vraag als de heer Vermeulen te stellen. Hij vreest moeilijkheden met beide firma's indien het voorstel wordt aanvaard. De heer KROON zou gaarne dezelfde vragen stellen als de heren Vermeulen en Kramers. De heer VAN BOXTEL vraagt waarom dit voorstel zo plotseling aan de Raad wordt voorgelegd. Wethouder MEIJS kan de vragenstellers gerust stellen. Op het straatje rust voor zover bekend geen servituut, het is volle eigendom van de gemeente. Dit is aan Vroom en Dreesmann bekend. Spreker heeft met beide firma's hierover een bespreking gevoerd en de firma Raming heeft hierna geen poging gedaan op dit straatje een servituut te vestigen. Spre-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 130