15 JUNI 1955 131
ker zegt, dat de fa. Raming uitweg heeft langs de Lange Brugstraat en
dat zij tevens een pand in de Nieuwstraat heeft gekocht, waar langs nog
een uitweg kan worden gemaakt.
Een voorgenomen verbouwing kan V. en D. niet uitvoeren, zegt hij,
zolang zij de beschikking niet heeft over dit straatje en V. en D. wenst
hiervoor zo snel mogelijk de plannen te maken.
Wethouder JONGBLOED zegt dat de fa. Raming uitwegen genoeg
en het straatje daarom niet nodig heeft. Jn verband met de haast, die
Burgemeester en Wethouders met dit voorstel hebben, zegt hij, dat de
zomermaanden van belang zijn bij verbouwingswerken.
De heer KRAMERS heeft de indruk, dat V. en D. voorlopig het straatje
niet zal kunnen afsluiten, omdat de beide scholen, die daarachter zijn
gelegen, nog niet zijn opgeheven.
Wethouder JONGBLOED antwoordt hierop, dat V. en D. in de bouw
plannen hiermede rekening kan houden.
De heer RATTINK wijst op het brandgevaar voor de achterliggende
percelen indien het straatje wordt volgebouwd.
De VOORZITTER merkt op, dat de brandveiligheid buiten deze
kwestie staat.
De heer TOXOPEUS informeert of de fa. Raming gevraagd heeft het
straatje te kopen.
De heer BRINKERHOF zegt dat het straatje aan een zeer belangrijke
straat in de binnenstad ligt. Hij vraagt of er een behoorlijke prijs voor
deze grond gevraagd is.
De heer JONGBLOED antwoordt, dat het niet de gewoonte is in de
openbare vergadering grondprijzen te noemen. Hij kan de Raad echter
de verzekering geven, dat de opbrengst zeer behoorlijk is.
De heer VAN GISBERGEN vraagt of het de fa. Raming bekend is,
dat dit straatje wordt verkocht.
De heer WEZENBEEK vraagt of er een bord met vermelding „te koop"
was geplaatst.
De VOORZITTER merkt op, dat een der partijen verzocht heeft te
kopen.
De heer VERMEULEN zegt wederom te gaan twijfelen het voorstel
te steunen, omdat hier een onderhandse verkoop wordt gevraagd.
De VOORZITTER wijst erop, dat in deze vergadering verschillende
onderhandse verkopen zijn goedgekeurd en dat het niet op de weg van
Burgemeester en Wethouders ligt om gronden te gaan aanbieden.
De heer KLOMPERS kan zich met het voorstel verenigen.
De heer VAN GISBERGEN stelt voor de verkoop aan te houden en
het voorstel in de vergadering van 29 Juni opnieuw ter tafel te brengen.
De heer VAN DEN EEDEN merkt op, dat een straatje iets anders is