134 15 JUNI 1955 Bij dit schrijven is een vragenformulier gevoegd waaraan een formulier gehecht, waarbij de Inspecteur der Directe Belastingen wordt gemachtigd aan het Woningnoodbureau inlichtingen te verstrekken over de inkom sten- en vermogensbelasting van de woningzoekende. Daarna is er wederom een schrijven van het Woningnoodbureau uit gegaan, waarin de woningzoekenden, die het vragenformulier nog niet hebben ingezonden, worden gedreigd met afvoering van de lijst van woningzoekenden. Na informatie is het spreker gebleken dat de Inspecteur der Directe Belastingen de gevraagde inlichtingen zal verstrekken, ofwel direct aan de gemeente of wel aan belanghebbende. Hij is van mening dat of het Woningnoodbureau of het gemeentebe stuur de bevoegdheden ingevolge 2 wetten nl. de Woonruimtewet en de Woningwet door elkaar haalt. Indien de enquête op het oog heeft het beleid van het gemeentebestuur te vergemakkelijken op het punt van de bouw van (woningwet)woningen, dan meent spreker, dat het een onjuist bestuursbeleid is dat het Wo ningnoodbureau deze enquête houdt. Bovendien trekt hij in twijfel of de inlichtingen die gevraagd worden wel effectief zijn en of het mogelijk zal zijn door deze inlichtingen het beleid van Burgemeester en Wethou ders te bepalen. Betreffende de aanslag inkomsten- en vermogensbelasting merkt spre ker op, dat de inkomsten van jonge mensen nogal wisselen, zodat het ten aanzien van deze mensen voor de gemeente moeilijk zal zijn haar beleid te bepalen. Voor de vermogensbelasting bestaat de mogelijkheid, dat wel een aanslag moet worden betaald, doch dat van het vermogen geen inkomsten worden genoten b.v. door blote eigendom. Het eindbe drag van de aanslag is daarom alleen niet voldoende, doch men zal om tot een juist inzicht te kunnen komen moeten beschikken over alle ge gevens welke op een aanslagbiljet voorkomen. Spreker wil daarom de volgende vragen stellen: 1. Zijn Burgemeester en Wethouders of is het Woningnoodbureau be reid de toezending van de aangehaalde formulieren achterwege te laten. 2. Is men bereid van de reeds ingediende formulieren geen gebruik te maken. 3. Is men bereid de personen, die geweigerd hebben het enquête-formu lier in te vullen, wederom op de lijst van woningzoekenden te plaatsen. De heer KROON zegt dat het antwoord op de door de heer Minder- houd gestelde vraag over de ontslagaanvrage van het College van brand meesters hem niet heeft bevredigd. In het antwoord staat vermeld dat de commandovoering is geregeld. Onder verwijzing naar artikel 7, 3e lid van de in deze vergadering vastgestelde verordening betreffende de organisatie en het beheer van de brandweer, vraagt spreker of Burgemeester en Wethouders bereid zijn aan de Raad meer gedetailleerde inlichtingen te verstrekken over de wijze waarop de commandovoering is geregeld. De heer KLOMPERS zegt, dat de bewoners van de Nassaustraat erg klagen over het benemen van een groot deel van het daglicht in de ka mers aan de straatzijde door de aldaar staande dicht bebladerde bomen. Kunnen deze niet worden opgeruimd of althans gekandelaberd? Vervolgens zegt spreker, dat het trottoir aan de achterzijde van het Diaconessenhuis in het Wilhelminapark na regenbuien voor de voet gangers niet te gebruiken is. Er vormen zich daar grote plassen, zodat of de riolering niet goed werkt of het wegdek niet egaal is. Passerende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 134