154 13 JULI 1955 regelen getroffen moeten worden. Als dit crediet wordt gegeven, kan de voorbereiding daarvan reeds doorgaan. De heer QUAEDVLIEG zegt hiermede accoord te gaan. De VOORZITTER wenst er op te wijzen, dat hiermede niet wordt ge anticipeerd op de beslissing van de Raad. Het is uitsluitend de bedoeling Burgemeester en Wethouders gelegenheid te geven iets te doen. Men moet de zaak inleiden bij Gedeputeerde Staten en zulks kan met het vragen van de goedkeuring op dit crediet gevoeglijk geschieden. De heer KROON zegt dat er nu toch geen benoeming geschiedt door Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. De heer JONGBLOED wil wel meehelpen, dat dit crediet wordt ge voteerd, doch uitsluitend ten behoeve van Burgemeester en Wethouders. Heeft men echter aan 20.000,wel voldoende voor aankleding e.d.? De VOORZITTER gelooft niet, dat er gevaar in zit. Het voorstel van Wethouder Stubenrouch is nauwelijks gemotiveerd. Spreker is echter van mening, dat Burgemeester en Wethouders met 20.000, bij Ged. Staten al verder komen. De heer MENDES vraagt, of hij nog antwoord krijgt op de door hem gestelde vragen. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat hij zich op verzoek van de Voorzitter beperkt heeft tot de kern van de zaak. De heer TOXOPEUS merkt op, dat de vragen van de heer Mendes genotuleerd zijn en de volgende keer in het voorstel van Burgemeester en Wethouders kunnen worden beantwoord. Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de overige punten der agenda. 1. Vaststelling notulen. De heer KRAMERS merkt op, dat op bladzijde 122 van de notulen is vermeld in de achtste zin van onderen „gemeente investeringsmoeilijk heden met zich mede zou brengen". Tussen de twee eerste woorden moet worden ingevoegd „geen". De heren MINDERHOUD en MOL merken naar aanleiding van het gestelde op pagina 116, 8e regel en volgende van boven, dat zij van hun verhindering om de raadsvergadering bij te wonen tevoren kennis hadden gegeven. De notulen worden met inachtneming van deze opmerkingen vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. De stukken 2a t/'m e worden in handen gesteld van burgemeester en Wethouders voor het uitbrengen van prae-advies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 154