13 JULI 1955
157
bestrijdingsverenigingen niets te maken, maar wel met het toezicht op
de naleving van de Drankwet.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat de oppervlakte waaraan localiteiten
met een slijtvergunning moeten voldoen expresselijk zo is gesteld. Slij
terijen hoeven volgens de heer Kramers niet zo groot te zijn. Een slijterij
kan gemakkelijk in een huis van kleiner formaat. Spreker gelooft echter
dat het beter is, als de oppervlakte niet minder wordt. Men mag niet
de indruk krijgen, dat het gemeentebestuur er op uit is vergunningen
erbij te krijgen. Daarom zijn de eisen hoger dan de wet stelt of zal gaan
stellen. Ook slijterijen moeten zaken zijn, die er mogen zijn. De heer
Rattink antwoordt spreker, dat het niet in de bedoeling ligt van Bur
gemeester en Wethouders om het drankverbruik te bevorderen. De ver
ordening verandert niets aan de bestaande toestand. Het ligt in de be
doeling een kroonmaximum te krijgen, dat meer in overeenstemming is
met de grootte van de stad. De verhouding, welke oorspronkelijk juist
was, is bij de grenswijziging in 1942 scheef komen te liggen. De toestand,
zoals deze op het ogenblik is, blijft gehandhaafd. Er zijn nog vergun
ningen te veel. Dat er in gebouwen bij sportcomplexen verloven A wor
den gevestigd acht spreker geen bezwaar. Sportmensen gebruiken in
derdaad geen alcohol. Ook bier, als zwak-alcoholische drank is voor deze
mensen minder gewenst. Er zijn ook vele passieve sportbeoefenaars, die
tijdens de pauze bij sportgebeurtenissen actief een glas bier drinken.
Voor verloven A komt er inderdaad een verruiming. Het is wel wenselijk,
dat hier wat meer armslag is, dan kan bij bepaalde festiviteiten zulk een
verlof worden verleend. Men denke aan de feesten in het Valkenberg.
Feesten zonder zwak-alcoholische dranken is ook niet goed mogelijk. Ten
aanzien van de opmerking van de Heer Brinkerhof zegt spreker, dat
hij het inderdaad erg zou vinden als kleine kinderen bier zouden drin
ken. Men kan de kinderen echter niet klein houden. Er komt een leef
tijd, dat de ouders op dit punt niet alles meer te zeggen hebben. Als
de kinderen dan een potje bier drinken, zal spreker dat zo erg niet
vinden.
De heer Minderhoud zou een wettelijk maximum wensen in plaats
van een kroonmaximum. Zo ver willen Burgemeester en Wethouders
niet gaan. Het kroonmaximum kan de Raad eens in de 5 jaren proberen
gewijzigd te krijgen. Zulk een jaar is er nu. Burgemeester en Wethouders
willen van de gelegenheid gebruik maken om de bestaande toestand
te consolideren. In de toekomst komt er dan wat meer armslag. De
handel in vergunningen wordt dan tegengegaan. De opmerking van de
heer Bastiaansen vindt spreker juist.
De heer KRAMERS zegt, dat de Wethouder hem niet heeft kunnen
overtuigen. Spreker heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag om
aan de verordening toe te voegen, dat de localiteit waarvoor een slijt
vergunning wordt gevraagd een „winkel" moet zijn.
Wethouder MEIJS verzoekt de heer Kramers zijn bedoeling te ver
duidelijken.
De heer KRAMERS zegt, dat voor een slijtvergunning een localiteit
met een oppervlakte van 20 m2 en een breedte aan de straat van 4 m
voldoende is. In elk pakhuis of garage, dat aan deze eisen voldoet kan
dus zulk een vergunning worden gevestigd. Zulke localiteiten zijn echter
voor controle zeer moeilijk. Men kan er zo gemakkelijk binnenwippen,
waardoor clandestiene handel in de hand wordt gewerkt. Een slijterij
behoort geen obscure gelegenheid te zijn. Ook in de nieuwe drankwet
wordt een „winkel" geëist. Er moet dus b.v. een etalage zijn en een
toonbank.