158 13 JULI 1955 De VOORZITTER merkt op, dat het moeilijk is zulk een definitie van een winkel te geven. De heer KRAMERS zou dit gaarne aan Burgemeester en Wethouders willen overlaten. In een winkel met een slijtvergunning mogen personen onder 16 jaar zonder geleide niet worden toegelaten. Dit verbod zal gemakkelijker worden overtreden als in een gesloten huis, pakhuis of garage de slijtvergunning mag worden gevestigd. Bovendien zal als het nieuwe maximum gaat gelden het aantal vergunningen in de toekomst worden uitgebreid. Deze nieuwe vergunningen mogen niet in obscure gelegenheden terecht komen. De heer BLIEK merkt op, dat als de landelijke wetgever deze eis gaat stellen, deze niet in de gemeentelijke verordening behoeft te worden opgenomen. De heer MINDERHOUD zegt, dat het geenszins zijn bedoeling is het aantal vergunningen zo veel mogelijk uit te breiden. Spreker had echter gaarne een wettelijk maximum gezien, omdat dan de gemeente de hele zaak in eigen hand kan houden. In verband hiermede heeft hij gevraagd of in de gebieden, die in 1942 bij Breda zijn gekomen een kroonmaximum of een wettelijk maximum gold. De heer RATTINK zegt er eveneens van overtuigd te zijn, dat Burge meester en Wethouders het gebruik van sterke drank niet zullen be vorderen. De bestaande toestand voor verloven A wordt echter niet ge handhaafd. Spreker wil ook niet spreken over het gebruik van alcohol bij passieve of actieve sportbeoefening. Hij stelt in het algemeen, dat in een sportcentrum geen alcoholische drank thuis hoort. De heer BRINKERHOF merkt op, dat hij door het antwoord van de Wethouder op zijn vraag teleurgesteld is. In wijkhuizen e.d. komen kinderen van 14 jaar. Die horen geen bier te drinken. Spreker heeft te lang in de dwangopvoeding gezeten om de gevolgen van drankmisbruik bij jeugdigen niet te kennen. In de Raad zitten 2 juristen. Ook deze zullen bij hun pleidooien wel eens te maken hebben gehad met een bloedproef na het gebruik van 2 of 3 glazen bier. Ook dan wordt al een belangrijk percentage alcohol in het bloed aangetroffen. Spreker blijft tegen het voorstel in het belang van de jeugd. De heer JONGBLOED zegt, dat hij zich eerst niet in de discussie heeft willen mengen. Burgemeester en Wethouders stellen voor een maxi mum van 1 op de 600 inwoners, vooral om aan de handel in vergun ningen paal en perk te stellen. Spreker zou een vast getal meer op prijs stellen, doch zal zich niet tegen het voorstel, zoals het er ligt, verzetten. Een drankvergunning moet door Burgemeester en Wethouders worden verleend, als aanvrager en localiteit aan de eisen voldoen. Spreker vraagt in verband hiermede, of de verordening ook geldt bij overschrijvingen. Als dit zo is neemt hij er gaarne nota van. De „winkel" welke de heer Kramers wil, is moeilijk te omschrijven, doch een slijtvergunning in een lokaal, dat kennelijk geen „winkel" is leidt tot ongewenste toestanden. Wethouder MEIJS antwoordt, dat men in een winkel even gemakke lijk kan binnenwippen als in een gesloten huis. In een gesloten huis of pakhuis mag na het algemeen winkelsluitingstijdstip evenmin worden verkocht, omdat ook zulk een localiteit valt onder het begrip winkel van de winkelsluitingsverordening t.w. ieder open of besloten ruimte, waarin waren plegen te worden verkocht. Trouwens iedereen zal liever

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 158