166
13 JULI 1955
nauwe banden met een of andere politieke partij. In Amerika worden aan
diverse colleges lessen gegeven in staatsburgerschap. Daarnaast staan de
politieke partijen, die hun leden bijbrengen op welke wijze naar hun
mening een goede staat zo goed mogelijk kan worden verkregen.
De K.A.B. heeft als K.V.P.-organisatie een eigen taak. Het is gevaarlijk
de politieke vorming te onderscheiden van politieke propaganda. Ook de
Partij van de Arbeid wordt blijkbaar verdacht politieke propaganda te
bedrijven met overheidssubsidie. Dit wil er bij spreker niet goed in. De
Vara en de K.R.O. bedrijven ook politieke propaganda, doch voor de
V.V.D. is er blijkbaar geen gelegenheid. Spreker zou willen zeggen
„Partijen, doet wat ge wilt, doch doet het niet met overheidsgeld". Niet
alleen de P.v.d.A. krijgt in de K.A.B.-flitsen een klap, ook de liberalen
krijgen hier en daar een tik, doch spreker neemt dit graag als politieke
vorming. Deze propaganda wordt betaald door de Katholieken, de Partij
van de Arbeid, de V.V.D. en andere partijen. Dit gaat niet aan. Er is
evenmin gemakkelijk een oplossing van de moeilijkheden te vinden. Dit
kan alleen maar als de redactie van de K.A.B.-flitsen van goede wil zou
blijken te zijn. Beter zou het daarom zijn als werd bepaald: een dooi
de overheid gesubsidieerd orgaan mag geen politiek bedrijven ook geen
politieke vorming. De K.A.B. zou wijs hebben gedaan door zich te be
perken tot een wetenschappelijk debat. Er is geen bezwaar tegen, dat
in de K.A.B.-flitsen op bepaalde dingen wordt gewezen, doch dit moet
dan geschieden op een wijze, waaraan niemand aanstoot kan nemen. Eén
mededeling van de zijde der K.A.B.-flitsen als b.v. „We zijn inderdaad
uit de pen geschoten, wil ons verontschuldigen", dan zou deze zaak niet
zijn uitgegroeid tot de huidige proporties. Spreker betreurt het, dat de
heer Nieuwlaat zo principieel stelling heeft genomen en gesteld heeft,
dat de Raad indertijd de voorwaarden niet had mogen stellen. De Raad
moet echter weten, waar hij aan toe is.
De redactie van de K.A.B.-flitsen mag nu eenmaal niet schrijven, wat
zij wil. De heer Nieuwlaat heeft nog gesproken over het subsidiariteits
beginsel. Spreker meent, dat de overheid hier eisen gesteld heeft, die zij
inderdaad moest stellen. Men heeft hier te maken met werk, dat de
overheid niet kan overnemen. Als hier gefinancierd wordt, dan dient
de eis te worden gesteld, dat andere leden van de gemeenschap niet
worden gekrenkt. Hiervoor is nodig:
1. uit de K.A.B.-flitsen verdwijnt de politieke vorming, althans zeker de
politieke propaganda of
2. dat de Raad zijn afkeuring uitspreekt over het feit, dat de K.A.B. is
voortgegaan op de verkeerde weg.
De Raad mag niet zover gaan, dat subsidie wordt verleend voor één
politieke partij.
De heer KROON zegt, dat in het betoog van de heer Nieuwlaat veel
waars zit. Met name is het moeilijk politieke vorming te bedrijven zon
der bij deze vorming een bepaalde levensopvatting te propageren. Bo
vendien is het moeilijk om onderscheid te maken tussen politieke vor
ming en politieke propaganda. Spreker wil zich aansluiten bij hetgeen
de heer Toxopeus heeft gezegd om tot een oplossing van de moeilijk
heden te komen. Het is niet juist, dat de K.A.B.-flitsen met overheids
geld werken. Veel beter ware het als de K.A.B. volkomen vrij kon werken,
ofdat de K.A.B. totaal geen politieke vorming of propaganda bedreef,
omdat beide vormen zo slecht te scheiden zijn. Als de K.A.B. op deze
wijze door wenst te gaan moet zij geen subsidie meer aanvaarden.
Spreker stelt voor dat de Raad bepaalde normen stellen zal, waaraan de
K.A.B. zich te houden heeft. Het is bepaald onjuist overheidsgeld te ge
bruiken voor propaganda voor één politieke partij.