16
12 JANUARI 1955
dat de gemeente Breda in de loop der jaren naar een dergelijk terrein,
dat zo gunstig aansluit aan het Ulvenhoutsebos, grote behoefte zal heb
ben. Hij houdt zich ten zeerste aanbevolen voor mogelijke ideeën met
betrekking tot de bestemming van de complexen. Spreker meent dat de
raad onverstandig zou doen indien hij de twee Wolfslaers niet zou aan
kopen. Al heeft dit terrein nog een huurlast, dan is dit volgens hem nog
geen reden om de koop te laten schieten. Er is gezegd dat de prijs ligt
boven de toelaatbare. Mogelijk heeft men dan gelijk omdat de prijzen
boven de bedragen van de grondkamer liggen. Welke waarde moet wor
den toegekend aan de gebouwen met koetshuizen en de boerderij is moei
lijk te zeggen. Er heeft een taxatie plaats gehad. De aankoopprijs is zeer
gunstig ten opzichte van de taxatie. De juiste taxatiewaarde kan hij
echter thans niet mededelen. Ten aanzien van de opmerking inzake het
voorkeursrecht voor de pachter, is spreker van oordeel, dat dit wel het
geval is bij verkoop van een boerderij. Aangezien het college niet voor
nemens is te gaan boeren behoeft de pachter in de gemeente geen con
currente te zien. De motieven voor de aankoop zijn alleen gelegen in het
plan om een waardige bestemming aan de terreinen te geven. De vraag
van de heer van Boxtel of B. en W. bereid zouden zijn om alleen de
villa van Groot-Wolfslaer te kopen zonder de 21 Ha grond, kan spreker
niet beantwoorden, omdat deze vraag in het college niet ter sprake is
gebracht. Mogelijk dat het college dit zou doen, doch het college zou
het zeer betreuren indien het gehele complex niet zou kunnen worden
gekocht. De mededeling van de heer Brinkerhof inzake de toestand van
het kasteel vindt spreker zeer juist. Als bouwwerk is het kasteel goed.
Er moet echter wel iets aan gedaan worden. Zo zal het o.m. opgeverfd
moeten worden, het dak moet hersteld worden en de schotten, die de
broeders aangebracht hebben, zullen verwijderd moeten worden. Doch
dit alles is in de taxatie verdisconteerd.
De heer KLOMPERS zegt dat hij na de eminente verdediging van
wethouder Meijs met het voorstel kan meegaan, indien de landgoederen
bestemd worden voor recreatieoord en sportcentrum.
Mevrouw VAN MIERLO is erg enthousiast om ter plaatse een recre
atieoord te maken, met o.m. een wedrenbaan en een dierenpark.
Volgens de heer QUAEDVLIEG heeft wethouder Meijs op lyrische en
bewogen manier naar voren gebracht dat de landgoederen behouden
moeten blijven en dat de gemeente deze complexen moet aankopen.
Spreker zegt ook grote voorliefde voor de natuur te koesteren, zodat hij
de koop van de landgoederen op zich dan ook wel kan toejuichen. Van
de andere kant heeft hij echter te weinig tegemoetkoming gehoord aan
zijn bezwaren, om die gronden aan te kopen die eerst over een lange
tijd vrij komen. Aan de landgoederen kan slechts een bestemming worden
gegeven zonder de gronden, die verpacht worden, zodat hij zijn bezwaar
handhaaft om nu reeds het gehele complex aan te kopen. Mocht er later
behoefte aan die gronden zijn, dan kunnen die altijd nog worden aan
gekocht.
De heer TOXOPEUS betreurt het, dat op zijn voorstel, om de behan
deling van dit stuk aan te houden, niet wordt ingegaan. Hij ziet in deze
zaak geen periculum in mora. Hij zou gaarne over deze aangelegenheid
nog eens willen nadenken en praten. Ook al kan er nog geen vaste be
stemming aan de percelen gegeven worden, dan zou hij toch nog wel
voor de aankoop kunnen stemmen. Er zitten verschillende toekomst
mogelijkheden in. Naast de koopsom, die nu betaald moet worden, zullen
straks ook nog credieten verstrekt moeten worden voor bestemmings-