170
13 JULI 1953
De heer RATTINK vraagt, hoe het advies van de Commissie voor de
Nutsbedrijven luidt.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat de commissie voor de Nutsbedrijven
met het voorstel accoord gaat. Het is inderdaad moeilijk om een trafo
huis goed te plaatsen. Er zal getracht worden zulke plaatsen te vinden,
dat zij zo weinig mogelijk hinder voor de omwonenden zullen opleveren.
Hierna wordt dit voorstel aangenomen.
31. Vermindering rijksbijdrage.
De heer SONDERMEIJER zegt, dat hij tegen de financiële kant van
het voorstel geen bezwaren heeft. Hij wenst er echter op te wijzen, dat
er bij realisering van het plan van belanghebbende een woning minder
komt.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat er inderdaad van financiële bezwa
ren geen sprake is. De hypotheekcommissie is ook met het voorstel ac
coord gegaan. Hier is een gunstige oplossing noodzakelijk in verband
met de omgeving, waar de wegen worden omgelegd. Het huis veran
dert daardoor van aanzien. Spreker is blij, dat belanghebbende gevolg
gegeven heeft aan het verzoek van Burgemeester en Wethouders om
zijn woning te veranderen. Dit kost hem duizenden guldens.
De heer SONDERMEIJER merkt op, dat dan een fout is gemaakt
bij het projecteren van de weg. Spreker verzoekt in de notulen op te
nemen, dat hij het er niet mee eens is, dat hier een woning verdwijnt.
Hierna wordt dit voorstel aangenomen.
32. Beleid Woningnoodbureau.
De heer QUAEDVLIEG zegt, dat Burgemeester en Wethouders met
intelligentie gebruik gemaakt hebben van de mogelijkheden tot antwoor
den welke zijn vragen openhielden. Hij is van mening, dat Burgemeester
en Wethouders hier rekenen op de volgzaamheid van de Raad. In de
nota wordt gezegd, dat de vraag over de vermogensbelasting niet had
behoeven te worden gesteld. Er wordt echter niet gezegd, dat Burge
meester en Wethouders van deze gegevens geen gebruik zullen maken.
Het 2e motief, dat Burgemeester en Wethouders thans aanvoeren, staat
niet in het enquêteformulier. Spreker meent, dat Burgemeester en Wet
houders hiermede het ware motief mededelen. Voor een doelmatige ver
deling van woonruimte kunnen de inlichtingen van waarde zijn. Voor
het bepalen van de differentiatie in de woningbouw staan Burgemeester
en Wethouders andere gegevens ten dienste: De samenstelling van de
groep woningzoekenden is vrij toevallig. Daarop kan geen woningbouw
worden gebaseerd. Statistische gegevens zijn hier van meer belang en
beter, dan een antwoord van de woningzoekenden op de vraag, wat zij
willen betalen. De inlichtingen, welke gevraagd worden grijpen diep
in de persoonlijke sfeer. Men vertelt nu eenmaal ongaarne hoeveel in
komen en vermogen men heeft. Spreker heeft op zijn vragen eigenlijk
geen antwoord gekregen. Hij wenst er op te wijzen, dat men, om te
komen tot een antwoord op de vraag, hoeveel iemand kan betalen aan
huur, meer moet weten dan zijn inkomen. Men dient hier het gehele
belastingformulier te kennen. De gegevens zijn eigenlijk alleen te ge
bruiken als zij worden verstrekt op het moment, dat een bepaalde wo
ning kan worden betrokken. In andere gemeenten is zulk een maatregel