196
17 AUGUSTUS 1955
er in de toekomst een nieuw paviljoen komt, dan zal dit op een goede
plaats moeten komen, welke zorgvuldig dient te worden uitgezocht.
De heer RATTINK wenst bij het voorstel twee vragen te stellen. De
eerste is: heeft het zin in het Valkenberg een paviljoen te plaatsen? De
tweede is: is de wijze waarop dit thans zou moeten geschieden wel juist?
De eerste vraag zou spreker nog wel in bevestigende zin willen beant
woorden. Hoewel er eerst een midgetgolfbaan en daarna een theetent
is gekomen kan er een paviljoen nog wel bij, hoewel het dan toch heus
voldoende is.
De wijze waarop B. en W. zich voorstellen een en ander te realiseren
is volgens hem niet juist. Spreker zou de suggestie in de brief van de
Horeca wensen over te nemen, waardoor anderen, die voor het paviljoen
interesse hebben, kunnen meedoen. Spreker vraagt zich voorts af hoe de
grond in gebruik zal worden gegeven. Wordt hier een recht van opstal
verleend? Moet het paviljoen komen waar het nu staat? Spreker zal
gaarne het antwoord van B. en W. afwachten.
Mejuffrouw t' SAS zegt, dat er verschillende redenen zijn, waarom zij
niet met het voorstel van B. en W. kan instemmen. De meeste zijn al
door verschillende sprekers genoemd. Zij wenst daarom slechts een ding
te noemen en wel, dat het Valkenberg te klein is voor een dergelijke
inrichting. Men moet zuinig zijn met ieder plekje groen in de stad. Bo
vendien verstoort het paviljoen de rust in het park.
De heer MOL heeft voor zich nagegaan of de permanente inrichting
van een paviljoen in het Valkenberg gewenst is. Spreker meent van niet.
In ieder geval niet op de huidige plaats. Er is een terrasje op een andere
plaats in het Valkenberg, waar nooit iemand zit. Een eventueel geschikte
plaats voor het paviljoen zou kunnen zijn tussen de Academiesingel en
de kleine vijver. Dit zou voor de vreemdelingen misschien aantrekkelijk
zijn, hoewel men daarvan nooit zeker is. Er zou volgens spreker eerst
ergens een proefsituatie moeten komen. Op de plaats, waar nu het pa
viljoen staat heeft het nemen van een proef geen zin, zodat daarmede
niet dient te worden doorgegaan. Ook volgens spreker is het park te
klein voor een paviljoen.
De heer BRINKERHOF vraagt of er in het paviljoen een vergunning
komt. Naar spreker vernomen heeft, heeft de Minister een tijdelijke ver
gunning afgewezen. Er zal echter wel een manier worden gevonden om
de wet te ontduiken. Bij het beoordelen van het voorstel moet men er
zich rekenschap van geven, dat de bezoekers van het park hoofdzakelijk
voortkomen uit de arbeidersstand. Hun portemonnaie is voor bezoeken
aan een paviljoen ontoereikend. Wat men bereikt met een paviljoen is
veel lawaai in het rustige park, lawaai van muziek en lawaai voortko
mende uit de kelen van mensen, die op onjuiste manier van het paviljoen
profiteren. Komt er een drankvergunning, dan is het volgens spreker met
het park gedaan.
De heer VAN GISBERGEN zegt, dat het in 1952 door vele mensen
is betreurd, dat er in het Valkenberg geen definitief paviljoen is ge
komen. Nu wordt alleen gevraagd om de mogelijkheid te bezien een
definitief paviljoen te bouwen. Volgens spreker moet deze gelegenheid
nu worden aangegrepen. Als proef kan er toch geen grote strop worden
geleden.
De heer COSIJN wenst zich aan te sluiten bij de woorden van de heer
van Gisbergen.