17 AUGUSTUS 1955 197 De heer VERHAAK zegt geen bezwaar te hebben tegen het paviljoen, doch zou een andere plaats prefereren. De heer KOOLS is een zelfde mening toegedaan. De heer HULSKRAMER is het ook eens met hetgeen de heer Verhaak heeft gezegd. De heer VAN DEN EEDEN vindt het prettig, dat het Valkenberg een gelegenheid krijgt, waar wat kan worden gebruikt. In andere steden bestaat zo'n theetuin reeds lang. Spreker is derhalve geen tegenstander van het voorstel. De heer MOL merkt nog op, dat het bereiden van spijzen in het ge bouw, dat er thans staat niet mogelijk is. Er moet dus aan verbouwd worden. Hij raadt daarom aan thans reeds naar een andere plaats om te zien. Wethouder MEIJS antwoordt, dat het moeilijk is om de sprekers op de voet te volgen. Hij meent daarom het beste te doen met te verhalen, hoe hij de zaak ziet. Op de vraag: voor wie is het park? kan sedert 1952 zonder meer een antwoord worden gegeven, en wel: voor vertier en verpozing van de Bredase burgers. Vóór 1952 zocht de Bredanaar geen vertier in het Valkenberg en wel omdat er niets te beleven viel. Spreker gelooft dat het Valkenberg er thans is, om hetgeen er gedaan is en wordt. Voor rust kan de Bredanaar in de omgeving van de stad en desnoods in zijn eigen tuin terecht. Voor bepaalde oorden geldt, dat er juist be zoekers komen omdat er andere mensen zijn. Als de Bredanaars alleen rust zoeken in het Valkenberg, dan hadden ze gisteren, toen er een overweldigende drukte was in het park, thuis moeten blijven. Wat heeft de Raad feitelijk te beslissen? Dat is, of de Raad bedenkin gen heeft tegen een besluit, dat feitelijk door B. en W. kan worden genomen. B. en W. kunnen nl. krachtens de hun door de Raad verleende delegatie, toestemming verlenen. Zij achten het echter beter, alvorens zij hiertoe besluiten, de Raad hiervan in kennis te stellen. En dit is dan het verlenen van de vergunning, waarnaar de heer Toxopeus heeft gevraagd. Het paviljoen op zich mag er zijn. Het heeft een behoorlijk aanzien. De plaats waar het zich thans bevindt is zeker niet de plaats waar een definitief paviljoen zal moeten komen. Men kan echter niet verlangen, dat het paviljoen thans reeds een definitieve plaats krijgt. Deze plaats moet nog zorgvuldig worden gezocht. Naar sprekers mening is het park groot genoeg voor een paviljoen, niet alleen groot genoeg omdat het midden in de stad ligt, maar ook op zich. Is er in Breda voldoende gelegenheid voor het verkrijgen van con sumpties e.d.? Dit is moeilijk uit te maken. Spreker kan er in komen, dat de bestaande bedrijven menen, dat er voldoende gelegenheid is. Bij het voorstel inzake de verhoging van het maximum der drankwet vergunningen is gezegd, dat het maximum nog minder was dan wettelijk toelaatbaar is. Meerdere malen is gebleken dat er animo was voor een permanent paviljoen. Ook raadsleden hebben daarnaar gevraagd. Spre ker had niet verwacht dat het onderhavige voorstel zoveel stof zou doen opwaaien. Men verliest de verhouding, welke er bestaat tussen de ge meente en de V.V.V. en de verhouding tussen de V.V.V. en de exploi tant, uit het oog. De gemeente heeft geen overeenkomst met de exploi tant. Als er blaam zou zijn, zou deze blaam ook trouwens de V.V.V. niet treffen. De V.V.V. heeft grote bekendheid gegeven aan haar plannen in bladen e.d. Er is slechts één gegadigde voor de exploitatie van het paviljoen opgekomen. Er is dus geen sprake van bevoordeling van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 197