198 17 AUGUSTUS 1955 exploitant, omdat allen gelijke kansen hebben gekregen. De heer Klom- pers heeft cijfers genoemd van bedrijven welke tegen het paviljoen wa ren. Het kan zijn dat het college in zijn voorstel niet voldoende inlich tingen heeft verstrekt. Er is een vereniging H.K.N.S. welke 100 leden heeft. De voorzitter van deze vereniging heeft volgens spreker medege deeld geen partij te zullen kiezen. Daarnaast bestaat de H.O.C.R.E.S. welke 80 leden heeft. In een afzonderlijke, hiertoe speciaal uitgeschreven vergadering van deze vereniging, waren geen 30 maar 21 klagers aan wezig. Hiervan waren er 11 tegen het paviljoen. Zes waren er vóór en vier onthielden zich van stemming. Er is geen reden om aan de betrouw baarheid van deze cijfers te twijfelen. Voor de dansvergunning dient evenals elders belasting te worden betaald. De mededeling, dat zulks niet zo is, moet op een misverstand berusten. Het park is rustig, ook tijdens de feesten. Ook als het paviljoen er zou blijven, zou de rust in het park niet verstoord worden. Dat het paviljoen steun heeft van de gemeente moet spreker ontkennen. De gemeente doet niets bijzonders ten behoeve van de exploitant van het paviljoen. Wat een eventuele tapvergunning betreft, merkt spreker op, dat deze er wel zal dienen te komen als blijkt, dat het paviljoen levensvatbaarheid heeft. Het is nodig het paviljoen open te houden om te zien óf het levensvatbaarheid heeft. Met de heer van Gisbergen is spreker van me ning, dat de proef met het paviljoen moet worden voortgezet. De exploi tant is inderdaad in staat een vergunning te krijgen. Hij moet deze dan van een ander overnemen. Dit moet hij echter zelf voor elkaar brengen. Of de proef zal slagen is de vraag. De gemeente neemt geen enkel risico, alleen dq exploitant. Een patates-friteskraam acht spreker in het park niet nodig. Zij is er thans ook niet. De heer Mol heeft gezegd, dat hij bevreesd is voor even tuele uitbreiding van het paviljoen. Spreker gelooft niet, dat zulks zo'n vaart zal lopen. Ook de exploitant weet, dat een verlenging slechts van tijdelijke aard is. De vraag of er in het Valkenberg een paviljoen moet zijn hangt af van de festiviteiten en ook van de verlangens van het publiek en de hotelhouders. Vandaag is hem door een hotelhouder nog medegedeeld, dat hij hoopte, dat er ook volgend jaar weer festiviteiten door de V.V.V. zouden worden georganiseerd. Als men iets wil doen, dan niet ten halve. Daarom is als complement op de feesten een paviljoen noodzakelijk. De exploitant van het paviljoen huurt niet van de gemeente, doch van de V.V.V. Iedereen heeft een kans gehad om in te schrijven. Ook bij het definitieve paviljoen zal een ieder zijn kans krijgen. De VOORZITTER vraagt de volgende sprekers zich een wijze zelf beperking op te leggen. De heer VERMEULEN meent dat de proef met het paviljoen dient te worden genomen. Hij vindt het onprettig, dat het delegatiebesluit ter tafel is gebracht. Ook bij het Oranjepaviljoen is door B. en W. gezegd, dat zij dit besluit met wijsheid zouden hanteren. Hij is het er niet mede eens, dat B. en W. hier buiten de Raad om zouden kunnen handelen. Hij vindt het prettig, dat iedereen de kans heeft gehad om voor de exploitatie van het paviljoen in te schrijven. Spreker acht het redelijk, dat de proef wordt voortgezet met de huidige exploitant. Deze heeft het risico gedragen en moet nu ook een kans krijgen. Het blijkt derhalve, dat de gemeente geen overeenkomst heeft met de exploitant. Hij vraagt echter de Raad in te schakelen, als het paviljoen tijdelijk of definitief wordt gevestigd na de feesten. Hij vindt het bezwaarlijk, als het sluiten van een overeenkomst met de exploitant buiten de Raad om zou geschie den. Spreker zegt verheugd te zijn, dat er van gemeentewege geen steun

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 198