17 AUGUSTUS 1955 203 De heer VAN DEN EEDEN kan zich met de woorden van de heer Vermeulen verenigen. Hij heeft reeds bij de behandeling van de begro ting om cijfers gevraagd. Ook naar sprekers mening zijn de onkosten te hoog. Mejuffrouw KOPPELAAR sluit zich bij de vorige sprekers aan. Wethouder MEIJS antwoordt, dat de bedragen welke worden betaald bestaan in rente, aflossing en onkosten. Het rentepercentage ligt vast. De aflossing wordt ingesteld op het inkomen van belanghebbende. Het per centage waartegen men bij anderen terecht kan ligt hoger. Het verschil is belangrijk. De rente welke afbetalingsmagazijnen vragen ligt veel ho ger. Spreker vraagt zich zelfs af, hoe de regering zulk een percentage kan toestaan. De daling van het aantal leningen ligt niet in de hoge kosten van de bank, doch in de activiteit der afbetalingsmagazijnen. Spreker kan thans zonder nadere gegevens nog geen definitief antwoord geven. De vraag dient te worden gesteld of de verhouding tussen het verlies en de omzet van de bank redelijk is. Dat de onkosten van de bank vrij hoog zijn komt omdat er personeel te werk is gesteld, waarvoor elders bij de gemeente geen emplooi meer was. Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat er inderdaad bij het bepalen van het aflossingsbedrag rekening wordt gehouden met het inkomen. De bij komende kosten, welke soms 11 a 12% bedragen acht zij te hoog. De heer VERMEULEN is het niet eens met de Wethouder. De rente vermeerderd met de onkosten benadert de grens van andere instellingen. Deze samen zijn te hoog in verband met het doel, waarvoor de bank is ingesteld. Spreker zou hierover gaarne wat meer exacte gegevens zien. Wethouder MEIJS antwoordt, dat hij in een volgende vergadering meer exacte gegevens zal verstrekken. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 30. Afdelingen: Bij loting worden de afdelingen als volgt samengesteld. Ie afdeling: Voorzitter: Wethouder J. A. Meijs, leden: Mej. J. P. Kop pelaar, Mej. D. M. J. t' Sas en de heren N. W. C. van Gisbergen, E. H. Toxopeus, W. C. A. M. van Boxtel, A. Kroon, C. v. d. Eeden, K. A. M. Bastiaansen en O. G. E. M. Verhaak. 2e afdeling: Voorzitter: Wethouder A. P. Romsom, leden: Mevrouw E. M. Slot-Plattel, en de heren J. D. F. Brinkerhof, G. F. Hulskramer, F. P. v. d. Noort, D. J. A. Kramers, G. Minderhoud, G. J. Klompers, H. J. C. Cosijn. 3e afdeling: Voorzitter: Wethouder H. J. van Houten, leden: de heren J. F. V. Vermeulen, A. J. Wezenbeek, F. H. M. Mol, A. Lossez, C. J. A. Sondermeijer, J. Verschuren, A. J. A. Rattink, P. F. C. Nieuwlaat. 4e afdeling: Voorzitter: Wethouder G. C. Stubenrouch, leden: Mevr. M. W. B. A. van Mierlo-Mutsaerts en de heren J. A. Kools, A. Mendes, W. A. Bliek, J. J. Kamphuys, J. M. van Bijnen, A. P. J. H. Quaedvlieg, A. Jongbloed.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 203