206 17 AUGUSTUS 1955 de woningen aan de Houtmanstraat een modderpoel ligt. Spreker zou het op prijs stellen, dat hierin verbetering werd gebracht. De heer KRAMERS zegt, dat het kruispunt van de Laan van Merter- sem met de Heuvelstraat uitermate gevaarlijk is. Er zijn nog geen onge lukken met dodelijke afloop gebeurd, doch er bestaat groot gevaar voor. Hij zou het op prijs stellen, als Rurgemeester en Wethouders hieraan de nodige aandacht willen besteden. De heer VERSCHUREN vraagt de aandacht van Burgemeester en Wethouders voor de verlichting van de Liesboschlaan. Deze is verouderd en erg slecht. Hij zou gaarne zien, dat hierin verbetering wordt gebracht. De heer HULSKRAMER merkt op, dat het fietspad van de overweg aan de Vughtstraat tot de overweg aan de Driesprong in slechte toestand verkeert. Er wordt van dit fietspad druk gebruik gemaakt door bewo ners van het Liniekwartier. Spreker vraagt of dit fietspad verbeterd kan worden. De heer KOOLS vraagt de aandacht van Burgemeester en Wethouders voor de Engelse tuin en de onmiddellijke omgeving daarvan in het Bra bantpark, die er slecht uitzien. De graszoden worden door de dienst van beplantingen uit de parken gehaald en de bloemperken zijn slecht onder houden. Spreker vraagt hieraan iets te doen. De heer BASTIAANSEN vestigt de aandacht op een gat in het weg dek van de Generaal van Hamsingel, dat doordat de jeugd er geregeld klinkers weghaalt, steeds groter wordt en vooral bij avond gevaar op levert voor het verkeer. Deze toestand bestaat al een maand of vier. Spreker zou het op prijs stellen als dit euvel verholpen werd. De heer MOL zegt, dat zich in het gemeentehuis een aantal oude schilderijen bevindt, dat een restauratiebeurt nodig heeft. Hij verzoekt B. en W. na te gaan voor welke schilderijen zulks nodig is en daarna de nodige maatregelen te treffen. Een vraag van de heer MINDERHOUD luidt als volgt: „Uw antwoord op mijn vraag om een andere lokaliteit ter beschikking te willen stellen voor het bestuderen van raadsstukken heeft mij niet van de regen in de drup, maar van de drup in de regen gebracht. Ik heb niet gevraagd om de stukken op een ander tijdstip ter inzage te leggen, doch in een ander lokaal. Als U nu alleen in de avonduren en op Zater dagmiddag ons gelegenheid geeft, zal er voor mij, zeker in de winter maanden, geen kans meer zijn om de raadsstukken te bestuderen en dat is het toch omdat ik des avonds nooit vrij ben. Met mij denken vele raadsleden evenzo. Daarom verzoek ik U Uw antwoord ongedaan te maken en de stukken overdag ter inzage te leggen b.v. in de Oukoopkamer, het voormalige bureau onderwijs of de raadszaal, al weet ik, dat dit laatste bezwaren oplevert vanwege de verwarming, tenzijtenzij U het wachtkamertje voldoende vindt voor de raadsleden. De heer SONDERMEIJER sluit zich bij de woorden van de vorige spreker aan. In de winter zal het gebruik van de raadzaal wellicht niet mogelijk zijn vanwege de koude. Zolang het echter geen winter is kan deze mogelijkheid onder ogen worden gezien. Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat zij verheugd is over het feit, dat er een regionale regeling voor het ziekenvervoer wordt voorbereid. Uit het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 206