222 14 SEPTEMBER 1955
geporteerd was voor de stichtingsvorm. Het standpunt van zijn fractie
is in het algemeen dat delegatie een taak van de overheid is. Na lezing
van het prae-advies is hij echter tot de conclusie gekomen dat in het
onderhavige geval de oplossing, zoals Burgemeester en Wethouders die
aangeven, de voorkeur verdient.
Mevrouw VAN MIERLO zegt in grote lijnen zich met het prae-advies
te kunnen verenigen. Zij meent echter dat het particulier initiatief niet
zo amorph is als in het prae-advies wordt voorgesteld. Spreekster kan
zich wel verenigen met de aanstelling van een staffunctionaris, doch
zij vraagt zich af door wie deze benoemd zal worden. Zij meent dat
de functionaris volledig bevoegd of candidaat in de kunstgeschiedenis
zal moeten zijn.
De heer KLOMPERS deelt mede dat hij bij zijn standpunt is gebleven
en voor de stichtingsvorm is.
De heer MENDES blijft voorstander van de bestuursvorm zoals die
door Burgemeester en Wethouders is gekozen. In het nieuwe prae-advies
heeft spreker het instituut „vrienden van het cultureel centrum" aan
getroffen, Het schijnt dat Burgemeester en Wethouders behoefte hebben
aan „vrienden" die voorlichting geven inzake het cultureel beleid. In
het vorige schrijven is gesteld dat de directeur voor culturele zaken
Burgemeester en Wethouders zal dienen te adviseren op cultureel gebied.
Ook de „vrienden" zullen een adviescollege vormen. Dit vindt spreker
te veel van het goede. In de vorige vergadering heeft hij reeds verzocht
een raadscommissie voor culturele zaken in het leven te roepen, indien
er een dienst zou komen.
Zou er geen behoefte zijn aan een raadscommissie dan zou spreker
gaarne zien, dat in de raad van advies enkele plaatsen voor raadsleden
zouden worden gereserveerd. Wellicht wordt dan ook tegemoet geko
men aan het bezwaar van de heer Kroon, die de stichtingsvorm prefe
reert.
Wethouder STUBENROUCH merkt allereerst op, dat het uitvoerig
betoog van de heer Nieuwlaat overeenkomt met het prae-advies van
Burgemeester en Wethouders en dat ook de heer Mendes het standpunt
van Burgemeester en Wethouders kan onderschrijven. De heren Quaed-
vlieg en Kroon zijn voorlopig op hun standpunt blijven staan. Hij wil
trachten de bezwaren van hen weg te nemen. De heer Nieuwlaat heeft
volgens spreker de waarheid gesproken met te zeggen, dat het geheel
nog in de kinderschoenen staat. Verschillende raadsleden zijn gevallen
over het vreemde woord amorph. Taalkundig betekent het „totaal geen
gestalte hebbend". In het spraakgebruik bedoelt men ermede, dat het
geheel nog niet tastbaar is, zodat aan het geheel nog geen definitieve
gestalte gegeven kan worden. In de laatste betekenis moet het in het
schrijven van Burgemeester en Wethouders worden opgevat. In de stad
Breda zijn er inderdaad veel verschillende particuliere initiatieven. Doch
men kan niet zeggen, dat met een subsidie aan deze of gene organisatie
het culturele leven in zijn totaliteit wordt gevat. Op het gebied van
sociale zaken is een bundeling van het particulier initiatief werkzaam,
doch op het gebied van de cultuur moet worden geconstateerd, dat de
krachten die er werkzaam zijn, niet zijn gebundeld. Zodoende kan de
overheid zich gereder richten tot het particulier initiatief in de sociale
sector, dan tot dat in de culturele sector. Het is de bedoeling om het cul
turele leven in Breda in de nabije toekomst verder te ontwikkelen, waar
bij de particuliere initiatieven gerespecteerd blijven. De heren Quaed-
vlieg en Kroon zeggen ook, dat er voor de overheid op het gebied van