bere- at om m. In Deling eppen al ko- Bur- wordt ;aarne .V. is en in ng de r ook ;aken- ik wil l. Het ictivi- 1 een /ooral enige mooie liking t een ireker ation. Zater- eerst in de ir het e ge- :plan- :rs en ■g het Breda >mdat moest a dat g om Itaten eraad at de thou- uders '.V.V. 14 SEPTEMBER 1955 229 zelf moet gebeuren. Spreker is van mening dat het niet op de weg van Breda Vooruit ligt zulks te doen, vooral niet nu gevraagd wordt om het Valkenberg maximaal 30 dagen in gebruik te mogen nemen. In de af gelopen zomer moesten de burgers op de beste dagen n.l. op Zaterdag- en Zondagmiddag het park missen. Dit was vooral een bezwaar voor de huismoeders en de ouden van dagen. Deze mensen worden dan uitge sloten om op die dagen van het park te genieten. Hij kan zich daarom niet met het voorstel verenigen, temeer omdat het paviljoen weer inge huurd zal worden en deze winter en het voorjaar zal blijven staan. Spreker meent dat het paviljoen zeer zeker niet op de juiste plaats staat. De heer VERMEULEN ziet een oorzakelijk verband tussen het in de vorige raadsvergadering verworpen voorstel en het huidige verzoek van de V.V.V. Breda Vooruit. Was de vorige keer het voorstel aange nomen dan was het onderhavige verzoek van de V.V.V. niet binnenge komen. Inwilliging van het verzoek zou inhouden dat de V.V.V. gaat beslissen wat er met het park gaat gebeuren. De Raad weet dan niet wat er georganiseerd gaat worden. De hele exploitatie komt in handen van de V.V.V., hetgeen volgens hem juist te ver gaat. Hij meent dat deze delegatie in strijd is met de verantwoordelijkheid van de Raad. De V.V.V. Breda Vooruit bestaat bij de gratie van de Overheid; het particulier initiatief speelt in deze een te verwaarlozen rol. Hij zou daarom gaarne weten wat de huur van het paviljoen is. Voorts zou spreker ingelicht willen worden over het feit of het paviljoen al dan niet tot de volgende feesten blijft staan. In het geheel zit iets wat spreker niet bevredigt. De voorgestelde delegatie bevalt hem niet. De heer HULSKRAMER is van mening dat zoveel mogelijk getracht moet worden een doorgang door het Valkenberg te houden. Hij sluit zich gaarne aan bij het voorstel van de heer Mol. Mej. T' SAS heeft zich wel verbaasd over de haast die de V.V.V. heeft gemaakt om het park weer voor het volgende jaar te mogen ge bruiken. Zij wil inhaken op het gezegde van de heer Bastiaonsen en vraagt spreiding van de festiviteiten. Ook verzoekt zij de jeugd in te schakelen door het organiseren van wedstrijden. Mevr. VAN MIERLO zegt zich te herinneren dat zij het vorig jaar reeds een doorgang in het Valkenberg heeft gevraagd. Er is toen toe gezegd, dat dit bekeken zou worden. De weg rechts, komende van de Willemstraat zou voor de voetgangers en fietsers verbreed kunnen wor den. Voorts kan zij de suggesties van Mej. t' Sas ondersteunen. De heer WEZENBEEK merkt op dat in de vorige raadsvergadering besloten is de exploitatie van het paviljoen in het Valkenberg niet langer te continueren. De vraag doet zich thans voor of het paviljoen er de volgende zomer weer zal moeten komen en of de huidige plaats de juiste is. Spreker meent dat continueren en opnieuw exploiteren niet hetzelfde is. De heer TOXOPEUS zegt het zo begrepen te hebben dat het paviljoen afgebroken en het volgend jaar weer opgebouwd wordt; zo niet dan wordt in strijd gehandeld met het raadsbesluit. Het is bekend dat het paviljoen van seizoen tot seizoen gehuurd moet worden; de verhuurders dwingen eigenlijk om een beslissing te nemen. Hij heeft bezwaar tegen het huidige voorstel. Spreker zou gaarne de resultaten van de week-end- zomerfeesten willen vernemen. In een dagblad heeft hij gelezen dat het te warm voor de feesten zou zijn geweest. Spreker vraagt zich af welk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 229