14 SEPTEMBER 1955
233
geen rekening en verantwoording te worden gedaan. De festiviteiten zijn
goedgekeurd binnen de begroting van de V.V.V.
De heer TOXOPEUS meent dat in ieder geval aan het seniorencon
vent mededeling van cijfers zal moeten worden gedaan. De uitkomsten
van de festiviteiten van dit jaar zullen er zeker van invloed op zijn of
het volgend jaar al dan niet dergelijke feesten worden georganiseerd
óf dat ze op andere wijze zullen moeten plaatsvinden. Het gaat er spre
ker niet alleen om of een en ander financieel verantwoord is, maar ook
of stadgenoten en vreemdelingen aan de festiviteiten wat hebben gehad.
Er zijn dan wel meer passe-partouts verkocht, maar het aantal verkochte
dagkaarten is verre beneden de verwachting gebleven. De fout die hier
gemaakt wordt is dat op het ogenblik beslist moet worden over een nieuw
feest, terwijl de resultaten van de afgelopen feesten nog niet bekend
zijn. Spreker kan het met deze gang van zaken niet eens zijn. Eerst
wil hij weten of de feesten al dan niet zijn geslaagd en wat voor Breda
gewenst en nodig is. Hij wil zich niet laten forceren. Wordt het voorstel
aangenomen dan is de Raad gebonden. Voorts merkt spreker op dat het
voorstel van de heer Mol practisch niet uitvoerbaar zal zijn.
De heer BASTIAANSEN vraagt zich af hoe men zich kan indenken
dat de V.V.V. iets kan organiseren als het onderhavige voorstel niet
zou worden aangenomen. Toen het vorig jaar niets gebeurde werd er
gemopperd en gezegd dat het in Breda „zo'n dooie boel" was.
De V.V.V. Breda Vooruit meent er goed aan te doen ook het volgend
jaar iets te organiseren, liggende in de sfeer van de festiviteiten van
dit jaar. De V.V.V. steunt op de ervaring van verschillende Bredanaars.
Men moet echter de basis kennen, waarop de festiviteiten kunnen wor
den gebouwd. Deze basis is n.l. dat bekend is of over het Valkenberg
kan worden beschikt. Wordt de V.V.V. deze basis ontnomen dan kan
ze niets ondernemen. De V.V.V. vraagt alleen deze basis in de vorm
van het Valkenberg en niet meer. De detailkwesties moeten thans buiten
beschouwing worden gelaten, die worden later wel geregeld.
Spreker attendeert er voorts op dat het geraamde tekort van 25000,
voor de afgelopen week-endzomerfeesten niet zal worden overschreden.
Hij geeft toe dat de bezoeken niet overmatig waren, doch ze waren
ook niet beneden de verwachting.
De heer MINDERHOUD vraagt, als hij voor het voorstel stemt, of
dit dan betekent dat het Valkenberg ter beschikking wordt gesteld, dat
het paviljoen weer wordt opgebouwd en dat hetzelfde bedrag uit het
fonds beschikbaar zal worden gesteld.
De VOORZITTER merkt op dat als de zaak op dezelfde wijze geor
ganiseerd gaat worden als dit jaar er geen geld uit het fonds zal be
hoeven te worden bijgedragen, omdat het paviljoen nu veel minder kost.
Er worden geen gelden gevraagd; alleen de beslissing of het Valkenberg
in gebruik wordt gegeven aan de V.V.V. Deze beslissing is nodig in
verband met het weder inhuren van het paviljoen. Er is nu eenmaal
geen andere gelegenheid om de festiviteiten te organiseren.
De heer MINDERHOUD zegt dat hij tegen het paviljoen is omdat
de café- en restauranthouders hiervan nadeel ondervinden. De exploitatie
van het paviljoen heeft alleen het voordeel gehad van de festiviteiten
die door de V.V.V. zijn georganiseerd.
De heer HULSKRAMER zegt dat veel sprekers bezwaar hebben tegen
de afsluiting van het Valkenberg. Hij wijst op de suggestie, door Mevr.