246 12 OKTOBER 1955 4. Verlenging ontruimingstermijn onbewoonbaar verklaarde woningen. De heer WEZENBEEK merkt op, dat de onbewoonbaar-verklaring van de woning niet zonder reden is uitgesproken. Gaarne zou spreker zien, dat bij een voorstel tot verlenging van de ontruimingstermijn een verklaring van geen bezwaar, afgegeven door de gemeentelijke genees kundige en gezondheidsdienst, wordt overgelegd. De VOORZITTER zegt toe, dit te zullen bezien. De heer TOXOPEUS is van mening, dat het gaarne blijven bewonen van deze panden geen argument tot verlenging van de ontruimingster mijn vormt. Indien Burgemeester en Wethouders in het voorstel hadden vermeld, dat er geen andere woonruimte aanwezig was, dan zou spreker dit een juist argument gevonden hebben. Hij is van mening, dat voor de gemeente hier een taak is weggelegd. Gaarne zal hij vernemen of geen andere woonruimte voorhanden is. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat het pand Valkenstraat wordt bewoond door een echtpaar op zeer hoge leeftijd, dat niet gaarne wil verhuizen. Het pand Halstraat wordt door een alleenstaande oude man bewoond, die niets liever doet dan daar blijven wonen. Dit is de reden geweest, dat verlenging van de ontruimingstermijn is voorgesteld. De heer TOXOPEUS zegt het wel te kunnen begrijpen, maar vraagt zich af of dit geen consequenties medebrengt voor jongere gezinnen. De VOORZITTER merkt op, dat bij het beschikbaar stellen van andere woonruimte dit gepaard gaat met het betalen van een veel hogere huur. Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat de woning in de Valkenstraat er nog behoorlijk uitziet en nog niet het type is van een krotwoning. De heer BRINKERHOF brengt het spreekwoord „Men moet oude bomen niet verplanten" in herinnering, hetwelk ook geldt voor het oude echtpaar. De woning Halstraat is van mindere kwaliteit dan de woning Valkenstraat. Spreker zou echter ook wel, evenals de heer Wezenbeek, in het vervolg overlegging van een verklaring van geen bezwaar door de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst wensen. De heer VAN BOXTEL vraagt, of de woningen, na verlating, weer kunnen worden betrokken. De VOORZITTER beantwoordt deze vraag ontkennend. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 5 a. Krediet aanbrengen tegels woningen Van Hogendorpstraat. 5 b. Krediet schuurtjes en betonschuttingen winkelwoningen Linie straat. De heer NIEUWLAAT zegt dat het hem is opgevallen, dat slechts 17 van de 115 bewoners van de woningen aan de Van Hogendorpstraat om betegeling van de douchecel en de keuken hebben gevraagd. Hij vindt dit een pover resultaat. Hij is ervan overtuigd, dat de gemeente een ieder in de gelegenheid zal hebben gesteld de tegels te laten aanbrengen, doch vraagt zich af of dit wel voldoende is geweest. Moet de gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 246