250
12 OKTOBER 1955
kunnen zijn bij de vergadering van de subsidiecommissie. Spreker heeft
met belangstelling het voorstel van Burgemeester en Wethouders ge
lezen en is het meest getroffen door de welwillendheid en de sympathie,
waarmede Burgemeester en Wethouders het plan tot oprichting van een
revalidatie-centrum zijn tegemoet getreden, want alleen door de sym
pathie van de overheid is het mogelijk een dergelijk groot project te
verwezenlijken. Spreker acht het aanvaardbaar dat Breda als centrum
van West-Brabant een risico durft te nemen. Hij hoopt, dat als het voor
stel door de Raad wordt aanvaard de voorlopige commissie spoedig met
definitieve plannen zal komen.
De heer VERMEULEN zegt, dat de subsidiecommissie met de grootst
mogelijke meerderheid met het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders akkoord gaat. Spreker is overtuigd van het nut van revalidatie en
meent ook dat Breda over een revalidatiecentrum moet beschikken. Hij
heeft echter bezwaren tegen de manier, waarop dit in Breda wordt ge
realiseerd. De Raad moet thans beslissen over een zaak, waarvan hij te
weinig weet. Hij heeft geen bezwaar tegen subsidieverlening van f 5.000
voor het maken van plannen en het inzetten van een onderzoek. Indien
de commissie dan weet wat moet worden gedaan en zij komt dan met
uitgewerkte plannen dan zal er van zijn kant alle medewerking te ver
wachten zijn.
Bovendien is spreker van mening dat uit de opzet, zoals deze in het
voorstel is omschreven, sprake is van een R.K. revalidatie-centrum. In
Breda woont echter een groot aantal niet-katholieken, dat dit centrum
ook zal moeten bezoeken. Het gevolg hiervan zal zijn, dat er meerdere
centra zullen worden opgericht, ieder met een nadelig exploitatiesaldo,
waarin de gemeente Breda zal moeten bijdragen.
Indien spreker goed is ingelicht bestaan er bij het nieuw te bouwen
Diaconessenhuis reeds plannen tot het stichten van een revalidatie
centrum. Hangende dit nieuwbouw-project komt nu plotseling dit voor
stel in de Raad. Hij ziet hierin een oorzakelijk verband en vraagt zich
af of het uit financieel oogpunt bekeken wel wenselijk is in Breda twee
aparte centra te gaan bouwen. Veel werk in deze centra zou gemeen
schappelijk kunnen gebeuren, zonder dat er religieuze bezwaren zijn.
Spreker heeft derhalve vooreerst bezwaren tegen de plannen als zo
danig, doch kan zich met het verstrekken van een subsidie van 5.000,
voor het doen ontwerpen van voorlopige plannen verenigen.
De heer BASTIAANSEN vraagt wat de heer Vermeulen bedoelt met
een r.k.-revalidatiecentrum. Hij heeft in het voorstel niet gelezen, dat
alleen rooms katholieken in het centrum worden opgenomen. Het is
spreker duidelijk geworden, dat de heer Vermeulen insinueert dat de
plannen van andere zijde met dit voorstel worden doorkruist.
De heer TOXOPEUS wenst te wachten met de uiteenzetting van zijn
standpunt tot na het antwoord van de wethouder.
Wethouder STUBENROUCH zegt, dat de revalidatie grote vormen
gaat aannemen, niet alleen in Breda, doch ook elders in Nederland. Hij
spreekt de hoop uit, dat de heer Verhaak gelijk krijgt, wanneer deze de
verwachting uitspreekt, dat het voorlopige comité spoedig met de defini
tieve plannen zal komen.
Het betoog van de heer Vermeulen kan men verdelen in 3 concrete
punten n.l.:
1. te summiere gegevens; 2. de 5.000,startsubsidie en 3. moet het
revalidatie-centrum confessioneel of interconfessioneel of gemeenschap
pelijk zijn.