12 OKTOBER 1955 251
Spreker moet constateren, dat de heer Vermeulen meent te weinig
gegevens in het voorstel te vinden, doch hij is van oordeel, dat dit voor
stel niet afwijkt van enig ander voorstel of preadvies van Burgemeester
en Wethouders, die in de Raad behandeld zijn. Spreker gelooft niet,
dat de heer Vermeulen bezwaar heeft tegen het gestelde in de eerste
alinea van het voorstel, doch wel tegen de cijfersymboliek van de vol
gende alinea's. Hij zegt dat het college van Burgemeester en Wethouders
de mening huldigt, dat revalidatiewerk uitermate nodig is. Daarom
stellen Burgemeester en Wethouders voor het voorlopige comité f 5.000
startsubsidie te geven. Het comité is echter niet gediend met deze
5.000,als de gemeente niet garant wenst te blijven voor de betaling
van rente en aflossing van een geldlening. Het realiseren van een plan
is dan niet mogelijk en deze garantie geeft het comité een morele steun
in de rug bij het uitwerken van de plannen. Spreker wijst op het revali-
datie-centrum van de gemeente Rotterdam, dat na 4 jaar reeds self
supporting is. Burgemeester en Wethouders maken zich daarom niet
bezorgd over het garanderen van de betaling van rente en aflossing.
Spreker vraagt zich af waarom het comité in Breda niet hetzelfde resul
taat zou kunnen bereiken als in Rotterdam.
De heer Vermeulen heeft gesteld, dat er in Breda ook nog groepen
mensen wonen die niet r.k. zijn, waardoor het nodig zal zijn meerdere
centra op te richten. Spreker is van oordeel, dat meerdere centra niet
persé nodig zijn, want op specialistisch gebied zijn de katholieken op
niet katholieke doktoren aangewezen en omgekeerd. Hij is ervan over
tuigd, dat voor behandeling in het revalidatie-centrum niet gevraagd
zal worden naar religie.
De mededeling van de heer Vermeulen, dat er bij het Diaconessenhuis
in de nieuwbouwplannen rekening is gehouden met de stichting van een
revalidatie-centrum heeft spreker getroffen, omdat de heer Vermeulen
hierover met geen enkel woord in de subsidiecommissie gerept heeft.
Het voorliggende plan gaat over een uitbouw in polyklinische zin aan
het St. Ignatiusziekenhuis. Inderdaad kan er te zijner tijd aan het Dia
conessenhuis ook een afdeling revalidatie komen. Het behoefte-element
zal dan bepalend zijn. Spreker is van mening, dat indien Burgemeester
en Wethouders moeten werken met confessioneel ingestelde ziekenhuizen
dan ook de consequenties ten aanzien van de revalidatie moeten worden
genomen. Dit zal dan ook ten opzichte van het Diaconessenhuis ge
schieden. Wellicht zal er voor de revalidatie een samenwerking ontstaan
tussen beide ziekenhuizen. Hij is de overtuiging toegedaan, dat de ge
meente geen geld moet weggooien aan meerdere centra indien daaraan
geen behoefte bestaat.
De heer VERMEULEN acht zich ontslagen van de verplichting de
heer Bastiaansen uit te leggen wat hij verstaat onder een r.k. revalidatie
centrum. Hij bedoelt hiermede een confessioneel centrum op r.k. basis.
Wethouder Stubenrouch heeft gezegd, dat de gemeente niet meer centra
moet subsidiëren dan nodig zijn. Indien men aanneemt, dat dit centrum
voor Breda voldoende is, dan komt het Diaconessenhuis, dat contact
heeft gezocht met doctoren en de provinciale overheid, niet meer aan
bod. Spreker is van mening, dat thans een besluit aan de Raad wordt
gevraagd, zonder dat men op de hoogte is van de plannen van het
Diaconessenhuis in verband met de nieuwbouw. Dat de wethouder
achteraf in zijn betoog nog gezegd heeft, dat het Diaconessenhuis ook een
revalidatie-afdeling kan krijgen, indien daaraan behoefte bestaat, acht
spreker niet doorslaggevend, omdat de Raad thans geen inzicht in deze
behoefte heeft.
Enerzijds is vrij duidelijk gesteld, dat het een r.k. centrum, anders
blijkt uit het voorstel dat het een algemeen centrum wordt, omdat in de