12 OKTOBER 1955
255
Tegen stemden de heren Bliek, Lossez, Brinkerhof, Rattink, Toxopeus,
Kamphuys en Vermeulen.
8. Subsidieverzoek Kindertehuis Rustoord.
9. Bouw c.q. uitbreiding van kleuterscholen.
10. Tegemoetkoming in vervoerskosten ex art. 13 l.o.-wet 1920.
11a. Kosten openbaar onderwijs over 1954.
11b. Vergoeding ingevolge artikel lOlbis der l.o.-wet 1920 over 1952.
11c. Idem over 1953.
12. Verzoeken ingevolge artikel 72 der l.o.-wet 1920.
Overeenkomstig deze preadviezen en voorstellen wordt be
sloten.
13. Delegatie bevoegdheid tijdelijk personeel Handelsavondschool en
Gymnasium.
De heer KRAMERS zegt dat het voorstel van Burgemeester en Wet
houders niet duidelijk is. De moeilijkheden met de tijdelijke vervanging
van onderwijzend personeel voor de Handelsavondschool heeft hij als
lid van de commissie van toezicht medegemaakt. Hij begrijpt dat Bur
gemeester en Wethouders het prettig zullen vinden, als de Raad met
de voorgestelde delegatie akkoord gaat. Artikel 28 van de middelbaar
onderwijswet spreekt van de delegatie voor de tijdelijke benoemingen
voor directeuren en leraren. Hij heeft geen bezwaar tegen de delegatie
van tijdelijke benoemingen van leraren. Indien echter bedoeld wordt
dat alle tijdelijke benoemingen van leraren in het vervolg door Burge
meester en Wethouders zullen geschieden, dan ziet spreker daartegen
wel bezwaren, omdat leraren die niet bevoegd zijn, ook altijd voor een
tijdelijke benoeming worden voorgedragen. Spreker wenst in het dele
gatiebesluit een restrictie te maken nl. gedelegeerd wordt alleen aan
Burgemeester en Wethouders de tijdelijke benoeming van leraren in
werkelijke spoedgevallen b.v. bij ziekte. Spreker wil gaarne vernemen
wat door Burgemeester en Wethouders bedoeld wordt.
De heer VERMEULEN kan zich volledig met het door de heer
Kramers gestelde verenigen. Spreker kan zich niet voorstellen, dat de
moeilijkheden groot zijn, omdat de Raad altijd zeer meegaand is en
nimmer is in het verleden een tijdelijke benoeming niet goedgekeurd.
Hij ziet de noodzakelijkheid van de delegatie niet in.
De heer RATTINK kan zich met de woorden van de heer Vermeulen
verenigen.
De heer SONDERMEIJER sluit zich bij de vorige sprekers aan. Hij
wenst aan het delegatie-besluit echter nog toe te voegen: „Voor een
termijn van 3 maanden".
Wethouder STUBENROUCH antwoordt de heer Kramers, dat bedoeld
wordt precies wat er in het voorstel staat vermeld. De situatie is als
volgt. Voor het lager onderwijs is delegatie van de benoeming van tij-