12 OKTOBER 1955 257 Nadat gebleken is dat het voorstel van de heer Kramers voldoende wordt gesteund, wordt overgegaan tot stemming. Na gehouden stemming blijkt, dat het voorstel wordt verworpen met 24 tegen 10 stemmen. Vóór stemden; de heren Wezenbeek, Lossez, Brinkerhof, Rattink, Son- dermeijer, Kamphuys, Nlendes, Kramers, Vermeulen en Jongbloed. Tegen stemden: Mevrouw van Mierlo, Mevrouw Slot, Mej. Koppelaar, Mej. t' Sas en de heren Kools, v. d. Noort, Romsom, Bliek, Nieuwlaat, Klompers, Cosijn, Toxopeus, Mol, Quaedvlieg, Hulskramer, Verschuren, v. d. Eeden, Bastiaansen, van Gisbergen, van Boxtel, Minderhoud, van Bijnen, Stubenrouch en Verhaak. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 14a. Benoeming L. J. J. Franssen tot leraar in tijdelijke dienst H.A.S. 14b. Benoeming C. van Gils tot leraar in tijdelijke dienst H.A.S. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 15. Herziening subsidieregeling Mater Amabilisschool. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat de subsidiecommissie zich met het preadvies kan verenigen. De heer VERMEULEN wijst op het gestelde in het preadvies, waar staat: „In verband met het bovenstaande stellen wij U voor de in deze ge meente gevestigde vormingsinstituten voor de leerplichtvrije jeugd, die op grond van bovengenoemde rijksregeling in aanmerking komen voor rijkssubsidie te rekenen vanaf 1 januari 1955, een gemeentesubsidie te verlenen van de helft van het door het rijk beschikbaar gesteld bedrag, onder voorwaarde, dat in afschrift worden overgelegd de aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in te zenden bescheiden". Spreker vraagt of dit betekent dat de Raad deze subsidies aan Burge meester en Wethouders delegeren en geen inzage krijgt van de in af schrift van de aan de Minister in te zenden bescheiden. Hij merkt op, dat dit niet in de subsidiecommissie is gesteld. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat de zaak ligt zoals de heer Ver meulen stelt. De rekening en verantwoording gaat naar de Minister; de gemeente krijgt hiervan een afschrift. Dit neemt niet weg, dat Burge meester en Wethouders voor ieder nieuw instituut op dit terrein de Raad zullen inschakelen. Bovendien, merkt spreker op, heeft de raad bij de behandeling van de begroting het recht zijn gevoelens kenbaar te maken. Hierna wordt overeenkomstig het preadvies besloten. 16. Benoeming leraar in tijdelijke dienst Gemeentelijke Technische i% School. 17. Subsidiëring van een Zuidelijk Beroepstoneelgezelschap. De heer BASTIAANSEN zegt, dat het preadvies de instemming heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 257