262 12 OKTOBER 1955 De heer VERMEULEN zegt, dat het antwoord van Burgemeester en Wethouders over het efficiëncy-onderzoek bij Openbare Werken hem niet heeft bevredigd. Zowel boven het antwoord op de door hem ge stelde vraag als op het ter visie gelegde stuk staat „Vertrouwelijk". Hij kan in dit stuk echter niets vinden waardoor men genoodzaakt zou zijn een geheime raadsvergadering te vragen. Spreker is van oordeel, dat ten respecte van de Raad meer gegevens verstrekt moeten worden dan in de ter visie gelegde nota zijn verwerkt. Bij de begroting 1950 is door de toenmalige fractieleider van de K.V.P., Dr. Veldkamp, aangedrongen op een efficiëncy-onderzoek bij de verschillende gemeentebedrijven. Na verscheidene jaren gewacht te hebben is thans dit rapport verschenen, waarvan slechts een uittreksel voor de raad ter visie wordt gelegd. Spre ker vraagt zich af, of de gemeenteraad een vertrouwelijk rapport over een efficiëncy-onderzoek niet wordt toevertrouwd. Hij vraagt Burge meester en Wethouders nogmaals het rapport ter beschikking van de Raad te stellen, opdat dit college de mogelijkheid om toezicht te houden op de besteding van de kredieten niet wordt onthouden. Spreker zegt zich de vrijheid voor te behouden om bij de behande ling van de begroting op deze materie terug te komen en desnoods een voorstel te doen het rapport ter inzage te krijgen. Tenslotte zegt spreker, dat de A.J.C. in Breda met haar clubhuis on gelukkig is geweest. Eerst had zij de beschikking over een barak, die moest verdwijnen in verband met een uitbreidingsplan; daarna kreeg zij de beschikking over een boerderij, die, na voor het gebruik geschikt te zijn gemaakt, wederom moest worden afgebroken in verband met de uitbreiding van de bedrijfsruimte van de „Saval". De A.J.C. beschikt thans niet over een behoorlijk lokaal. Spreker vraagt voor de A.J.C. een goede lokaliteit ter beschikking te stellen, op dat zij haar werk voor de jeugd naar behoren kan verrichten. De heer KRAMERS wenst terug te komen op de beantwoorde vragen. Spreker had gewezen op het gevaarlijke kruispunt van de Laan van Mertersem met de Heuvelstraat. Burgemeester en Wethouders zijn echter van oordeel, dat dit kruispunt niet gevaarlijker is dan talloze an dere kruispunten. Spreker wijst er echter op, dat na het stellen van de vraag nog 5 on gevallen zijn gebeurd, waarbij gelukkig slechts materiële schade is ver oorzaakt. Hij is van oordeel, dat de verkeersongevallen het gevolg zijn van de verkeerde opvatting van de gebruikers van de Heuvelstraat, die menen, dat deze straat een voorrangsweg is. Spreker vraagt Burgemees ter en Wethouders alsnog hieraan de nodige aandacht te willen besteden. Vervolgens vraagt spreker waarom hij nog geen antwoord heeft ge kregen op zijn vraag over de bomen aan de Ginnekenweg. Hij verzoekt dit antwoord wel te willen bespoedigen. De heer HULSKRAMER brengt onder de aandacht, dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag over de verbetering van het fietspad Vughtstraat naar de Driesprong langs de spoorlijn. De heer VERSCHUREN zegt, dat het wegdek van de Willem van Oranjelaan is vernieuwd. Spreker vraagt of de straatverlichting kan worden verbeterd, omdat van deze weg veel gebruik wordt gemaakt. Bo vendien zijn er aanrandingen geschied. Ook merkt hij op, dat de Heu velstraat eveneens zeer slecht verlicht is. De heer MENDES vraagt of Burgemeester en Wethouders bereid zijn ervoor te zorgen, dat nog deze maand het foeilelijke paviljoen uit het Valkenberg wordt verwijderd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 262