272 16 NOVEMBER 1955 De VOORZITTER stelt er prijs op officieel mede te delen, dat de heer van Houten, zoals bekend, ontslag als wethouder heeft genomen. Hedenmorgen heeft spreker ook de brief bereikt, waarin de heer van Houten ook ontslag vraagt als lid van de Raad. Spreker is van mening dat de werkzaamheden van de heer van Houten een bijzonder woord van dank en herdenking wettigen. Thans 66 jaar oud, begon de heer van Houten in 1923 met het raadslidmaatschap in de voormalige gemeente Princenhage; ook na de annexatie bleef de heer van Houten onafgebroken lid van de Raad, tezamen 28 jaar. Vanaf 1947 was de heer van Houten wethouder, dus nu 8 jaar. Vermeldenswaard is, dat de heer van Houten in 1943, in verband met de Mei-staking werd gearresteerd en geruime tijd in Vught gevangen werd gehouden wegens zijn nationale activiteiten. Ieder kent de heer van Houten als een mili tant, maar eerlijk strijder. Zo was hij door vele tegenstanders gevreesd, doch tegelijk gerespecteerd omdat hij zo eerlijk was. In 1951 hebben mede- en tegenstanders hem gehuldigd toen H.M. de Koningin hem benoemde tot ridder in de orde van Oranje Nassau op het motief zijner grote verdiensten in het bestuur der stad en zijner organisaties. De Voorzitter gelooft namens de Raad te spreken door hem van harte te danken voor al hetgeen hij voor de stad heeft ge presteerd in moeilijke omstandigheden. De heer van Houten heeft er prijs op gesteld zonder vertoon afscheid te nemen. In de pauze zal er gelegenheid zijn de heer van Houten de hand te drukken. Door velen is de heer van Houten gezien als een gesloten en enigszins norse man met een stuurse natuur. Misschien had men daarin wel gelijk; inderdaad was hij zwijgzaam en gesloten en niet gemakkelijk te benaderen. Maar wie, zoals wij, hem meer van nabij leerden kennen, weten achter deze geslotenheid een mildheid van karakter, waarschijnlijk gebaseerd op zijn groot gevoelig hart. Deze mildheid is een gevolg van de vele tegenslagen en moeilijkheden, die hij in zijn leven ondervond. Spreker wenst hem toe, dat deze mildheid, verworven in de levensstrijd, hem nu een steun is om de rust te vinden, waarop hij recht heeft en die hij zo hard nodig heeft. De heer BRINKERHOF neemt aan, dat hij namens allen spreekt als hij dank zegt voor deze woorden gericht aan het adres van wethouder van Houten en waaraan hij niets heeft toe te voegen. Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda. 1. Benoeming wethouder. De heer VERMEULEN stelt namens zijn fractie kandidaat de heer Jongbloed. Hierna wordt tot stemming overgegaan. Uit deze stemming blijkt dat uitgebracht zijn 32 geldige stemmen, waarvan 4 blanco en 28 op de heer Jongbloed, zodat deze benoemd is. De VOORZITTER vraagt de heer Jongbloed aan de tafel van Burge meester en Wethouders plaats te nemen. Daarna zegt spreker dat er voor hem twee redenen zijn om zich bij deze benoeming veilig te achten. Allereerst op grond van de ervaringen in de afgelopen maanden en ten tweede uit de wetenschap in de heer Jongbloed een wethouder te vinden met grote bestuurservaring, in vele jaren verkregen. Spreker verheugt zich in deze belangrijke versterking van deze zijde van de bestuurstafel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 272