280
16 NOVEMBER 1955
De heer VAN BIJNEN draagt als lid dezer commissie voor de heer
Bastiaansen.
De heer VERMEULEN draagt de heer Mendes voor en de
heer BLIEK draagt de heer Toxopeus voor.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
30. Rioolwaterafvoer.
De VOORZITTER wil de voorlaatste alinea van het schrijven van
Burgemeester en Wethouders corrigeren.
Daarin staat dat Burgemeester en Wethouders besloten hebben tot een
vrij-verhangleiding naar de Moerdijk. Bedoeld is uiteraard dat besloten
is zodanige constructie aan de Raad voor te stellen.
De heer VERMEULEN is dankbaar voor deze correctie. Hij betreurt
het, dat hij voor het bestuderen dezer vrij ingewikkelde materie slechts
gedurende de 7 dagen, dat de stukken ter visie lagen, gelegenheid heeft
gehad. Spreker zal een informatieve vergadering over deze aangelegen
heid op prijs stellen.
De VOORZITTER antwoordt dat een zodanige vergadering inderdaad
in het voornemen ligt. Er worden thans geen besluiten gevraagd; het is
alleen de bedoeling deze materie met het onderhavige schrijven bij de
Raad in te leiden. Voor er een afgerond voorstel komt moeten de defini
tieve vergunningen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat nog
zijn verkregen.
De heer BASTIAANSEN merkt op dat de vuilwaterzuivering in de
gehele provincie een belangrijke rol speelt; ook in West-Brabant gaat
dit nu spelen. Als andere gemeenten mede van de Bredase voorzienin
gen kunnen profiteren, betekent dit een financiële verlichting voor
Breda. Spreker vraagt of de kosten aan deze werken verbonden, een
speciale heffing tengevolge zullen hebben.
De heer WEZENBEEK adviseert elders na te gaan hoe de ervaringen
zijn met biologische waterzuivering.
De VOORZITTER herhaalt dat in deze vergadering geen beslissingen
behoeven te worden genomen, noch over de plaats van lozing noch over
de vorm der transportleidingen. De rapporten wijzen in de richting van
een verhangleiding. Ook de keuze van Burgemeester en Wethouders
gaat uit naar een verhangleiding, omdat deze het goedkoopst en het
minst gecompliceerd is. In het definitief voorstel zullen beschouwingen
ten aanzien van streekvoorzieningen mede worden betrokken. Bij het
Heemraadschap van Mark en Dintel is een en ander mede in studie.
Beide instanties werken met dezelfde nationale adviesinstantie. Of de
gemeenten tot zuivering of tot aansluiting aan de verhangleiding zullen
moeten overgaan hangt af van de rapporten dezer instantie. De vraag
van de heer Bastiaansen inzake eventuele heffingen is momenteel nog
niet te beantwoorden doch spreker verwacht hieromtrent binnenkort met
de Raad van gedachten te kunnen wisselen.
De heer WEZENBEEK zou het op prijs stellen, indien de stukken nog
enige tijd ter visie zouden kunnen blijven liggen.